Thailand: February 2005

Bangkok, Ubon Ratchathani to Chong Mek

Donderdag 03/02/05: Bandar Seri Begawan – Bangkok
————————————————–
Rond 22.00 uur land ik in Bangkok. Ik vind al snel een taxi die me voor een correct bedrag naar het centrum will brengen. Als je in Bangkok landt moet je de lift naar boven naar de vertrekhal nemen. Buiten vind je altijd wel een taxi, en deze brengen je voor 300 Baht (200 als je heeeeel hard onderhandelt, maar dan gun je hen echt niets) naar het centrum. Als je er één neemt beneden aan de aankomsthal betaal je rond de 1.000 Baht.

Ik laat me naar men vast adresje brengen in Bangkok; Wendy House in Soi Kasemsan 1 vlakbij het National Stadium en het MBK shopping center. De kamer is weer piccobello in orde (700 Baht). Het is goed terug in Bangkok te zijn, die mix van geuren die over de stad hangt terug op te snuiven. Het pikante eten van de foodstalls, de wierook, de uitlaatgassen; dat alles gemixt in die tropische hitte. En heet is het hier weer; 35 graden in de schaduw.

Vrijdag 04/02/05: Bangkok
————————–
Een vrij drukke dag. Eerst ga ik naar de Probike fietsenwinkel. Ik heb een kleine 10.000 km gereden met deze tandwielen, over niet bepaald de beste wegen op deze aardbol en ze zijn aan vervanging toe. Samen met een nieuwe ketting natuurlijk. Achter het hoekje van de Probike heb je de Cambodiaanse ambassade waar ik men visum voor het land aanvraag. Ik mag het vandaag nog tussen 17.00 en 18.00 uur terug afhalen. Wat een service ! (waar je overigens wel 5 usd extra voor betaald.)

In de namiddag ga ik naar het Discovery Center over de MBK. Hier heb je een filiaal van “Asia Books” . Er is geen Rough of Moonguide van Cambodia voor handen dus zit ik weer opgezadeld met een Lonely Planet. Ik vind echter een ander meesterwerkje; Adventure Cambodia van Matt Jacobsen met veel nuttige tips. Ik koop ook opnieuw shampoo, zonnecreme en dat soort zaken, want omwille van gewichtsredenen heb ik dat niet van Nieuw-Zeeland mee naar Thailand gesleept. Nadat ik men reispas opgepikt heb neem ik een motortaxi richting Eastern Busstation aan de Sukhumvit Road en van hier de bus naar the beach.

Zaterdag 05/02/05 – Dinsdag 08/02/05: Jomtien
———————————————–
Veel te druk en veel te toeristisch strand, maar voor een paar dagen is het oké, vlakbij Bangkok. Vanaf zaterdagmiddag tot zondag middernacht mag er nergens alcohol verkocht worden omdat het verkiezingen zijn. Niet in de winkels, en ook niet in de restaurants. De huidige premier wint met een overgrote meerderheid van de stemmen. Vraag me niet of dat goed is. Geen enkele van de locals aan wie ik het vraag is gaan stemmen, dus ik vraag me af wat de opkomst geweest is.

Dinsdag 08/02/05 – Zondag 13/02/05: Bangkok
———————————————-
Dinsdagmiddag ga ik met de bus terug naar Bangkok. Morgen en overmorgen (9 + 10 februari) vieren ze Chinees nieuwjaar in Chinatown, iets wat ik absoluut niet wil missen.

Ik ga dinsdagavond ook al eens een kijkje nemen in het Yawaraj district, maar ze zijn nog volop bezig met de voorbereidingen. Er is nog niet veel te zien. Woensdagochtend om 9 uur ben ik terug ter plaatse. Zoals iedereen hier heb ik speciaal voor de gelegenheid een rood truitje aangetrokken. Op een podium worden enkele mensen verwelkomt. Het is “the year of the Rooster”; het jaar van de haan, en je ziet heel veel truitjes en shirts met een haan op afgebeeld. Er wordt eer betoond aan de golden dragon die de voorbije 222 jaar over het Yawaraj district gewaakt heeft. Ook het aanknopen van relaties tussen Thailand en China, nu 30 jaar geleden wordt benadrukt.

IMG_1185

IMG_1184

IMG_1172

IMG_1158[3]

IMG_1154[1]

IMG_1150[2]

IMG_1147[2]

In de namiddag is er een optocht met de typische draken die door de straten trekken. Rond 18.00 uur wordt de hele buurt afgezet en één van de drie rijstroken wordt vrijgemaakt. Ik sta mee op de eerste rijen en we moeten op de grond gaan zitten. Bijna twee uur gaan voorbij en dan is het zover het moment waarop meer dan een miljoen mensen hier in de buurt op gewacht hebben.

Prinses Maha Chakri Sirindhorn’s vijftigste verjaardag wordt gevierd, en zij komt in een optocht door de straten. Er mag niet gefotografeerd worden, en ik probeer ook niet want ik denk niet dat ze er hier mee lachen. De Thaise jongen die een beetje verderop zit en die een beetje te snel rechtstond nadat de prinses voorbijkwam werd met een serieuze duw van een militair terug tegen de grond “gekwakt” zeg maar. De prinses kwam voorbij en keek me zeker 2 seconden recht in de ogen haha.

De volgende dagen vul ik met een beetje rondhangen, steeds een aangename bezigheid in Bangkok, en ook met het bezoeken van enkele toeristische attracties. Ik bezoek het Jim Thompson huis dat vlak bij men hotel ligt. Jim Thompson is een Amerikaan die als vrijwilliger naar Thailand kwam in de tweede wereldoorlog. De oorlog was echter al gedaan tegen dat hij in Thailand aankwam. Hij werd verliefd op Bangkok en besloot hier te blijven. Dankzij hem werd de Thaise zijde wereldberoemd.

Op 27 maart 1967 verdween Jim Thompson toen hij de Cameron Highlands in Maleisië bezocht. Er is nooit een spoor van hem teruggevonden en over zijn doodsoorzaak wordt nog steeds druk gespeculeerd. Sommigen zeggen dat het de CIA was die hem uit de weg ruimde, anderen beweren dat het Russische spionnen geweest zijn, weer anderen zeggen dat hij misschien simpelweg aangevallen werd door een tijger.

Ik ga ook eens naar het Queen Saovabha Memorial instituut, gelegen aan Rama IV Road. Hier hebben ze een “snake farm”. Het was de tweede in de wereld (de eerste was in Brazilië). Slangen worden hier gemolken om anti-gifstoffen te maken voor mensen die een beet oplopen. Ze doen dit tweemaal daags en je kan dit bijwonen. Verder is e rook een informatief gedeelte waar ze je vertellen dat er zo ‘n 180 verschillende soorten slangen in Thailand leven, waarvan er 56 hoogst giftig zijn. 22 van de 23 soorten waterslangen zouden ook giftig zijn. Ze hebben King Cobra’s, vipers, rat snakes, etc …..

Ook in het National Museum, vlakbij het Grand Palace was ik nog nooit geweest. Het is een van de grootste musea van Zuid-Oost Azië en ja ….. biedt alles wat je ervan kan verwachten. Groot dus, met een hoop dingen die tentoongesteld worden.

Teveel, te warm, te groot.

Maandag 14/02/05: Ubon Ratchatani – Kong Chiam
(Rakmaemun Resort – 300 B) (97 km – avs: 18,2 – max: 39,0)
——————————————————————–
Gisteravond om 8 uur ben ik in Bangkok in het Hua Lamphong station op de nachttrein naar Ubon Ratchatani gestapt (Oost-Thailand). Ik was vrijdag al een ticketje komen kopen, en toen al was er enkel nog plaats in eerste klasse, dus op tijd boeken is de boodschap ! We lagen met twee in een couchette, natuurlijk een snurker. God moest ze eeuwig straffen.

Om 08u10 arriveren we in Ubon. Ik wilde graag de grote weg verder oostwaarts richting Laos vermijden en het kleine weggetje dat op men kaart ten noorden van de Mae Nam Mun (= Moon River) liep nemen.

De Mae Nam Mun is de grootste rivier in Noord-oost Thailand, een streek die ook Isaan wordt genoemd. Ik eet eerst een soepje in een van de foodstalls in Ubon. Daarna begint de zoektocht naar dat kleine weggetje. Alle locals verwijzen je (zoals steeds in Azië) naar de grote hoofdweg, dat is toch makkelijker vinden ze waarschijnlijk.

Eigenwijs zoek ik men weg en blijf een beetje ten noorden van de rivier rijden. Zo zigzag ik een twintigtal kilometer verder, rij door dorpjes waar potten gebakt worden maar moet dan toch de rivier oversteken om uiteindelijk op die grote weg, slechts 10 kilometer van Ubon Ratchatani te belanden.

Na 40 km stop ik om een colaatje te drinken.  Mem, het vrouwtje aan het standje raadt me aan om iets te eten bij haar vriendin naast haar. En die vriendin bereidt inderdaad een heerlijk slaatje voor me en zo heb ik weer genoeg energie om verder te rijden naar het stadje Phibun Mangsahan. Ondertussen staan er 55 km op de teller, en heb ik weeral een beetje honger. Ik stop aan een klein standje en maak kennis met Ton en Oil. Ton is electrieker en repareert aan de straatkant oude tv’s en radio’s, zijn vrouw Oil is de kokkin en zij maakt een heerlijk gerechtje voor me klaar.

In Phibun Mangsahan steek ik opnieuw de rivier over en via weg 2222 rij ik de laatste 35 km naar Kong Chiam over een mooi golvend asfaltweggetje met weinig verkeer. Het is toch opmerkelijk in Thailand hoe ze op bepaalde plaatsen allemaal exact hetzelfde maken en verkopen. Zo passeer ik hier kilometers lang plaatsen waar ze gongs maken, hele grote en ook kleintjes, allemaal in dezelfde zwarte en gouden kleuren. Als er nog zo een plaats is in Thailand maken ze daar waarschijnlijk alleen maar goud met rode gongs of zo. Het is wel makkelijk natuurlijk, als je een zwarte gong zoekt weet je dat je naar hier moet komen. Zoek je bv palingen, dan weet ik een dorp ten noorden van het plaatsje Loei waar iedereen in het dorp palingen in een plastic zakje verkoopt.

De laatste 15 km krijg ik het wel zwaar. Waarschijnlijk een combinatie van factoren, drie weken niet gefietst, terug in de tropen, en juist een vrij hete dag.

Kong Chiam ligt aan de monding van de Mae Nam Mun rivier in de Mekong. Door de eerste rivier stroomt blauw water, de tweede is beroemd om zen bruine substantie. Dat zou een mooi effect moeten geven waar ze samenvloeien, maar ik heb daar weinig van gemerkt. Het blijft desalniettemin een blij weerzien met de Mekong, waarin het water trouwens al vrij laag staat.

10laos2 014

Dinsdag 15/02/05: Kong Chiam
(12 km – avs: 10,0 – max: 24,7)
———————————–
Ik slaag er pas in om uit bed te komen om half tien – en moe dat ik was …. Het zou niet verkeerd zijn hier een extra dagje te blijven. Ik ga nog eens kijken naar de samenvloeiing van de twee rivieren, lunch in hetzelfde plaatsje waar ik gisteravond ook al at, doe een middagdutje tot een uur of drie en kijk nog een beetje in het dorpje rond.

Ik heb men thermometer in de schaduw gehangen en die gaf vanmiddag iets meer dan 40 graden aan. (en hij hing niet tegen een muur of zo). Als je geen visum hebt voor Laos kan je van hier uit een bootje huren, de Mekong oversteken en enkele uren illegal gaan rondwandelen in Laos, maar of dat dat allemaal de moeite en het risico waard is … Ik eet ‘s avonds opnieuw langs de Mekong. Omdat ik niet echt veel honger heb dacht ik gewoon maar een voorgerechtje te nemen en dan maar te zien of ik nog honger had. De vissoep die ze presenteerden was echter genoeg om de gemiddelde Vlaamse familie twee dagen te voeden.

Ik ga op tijd slapen. Sinds vanmiddag heb ik last van men linkeroog. Altijd maar tranen en het zit half dicht. Heel vervelend.

10laos2 013

Woensdag 16/02/05: Kong Chiam – Pakse
(Phe Chinda Guesthouse – 50.000 Kip) (75 km – avs: 18,6 – max: 50,5)
———————————————————————

Ik verlaat Kong Chiam richting het zuiden via de brug over de Moon River (weg 2173). Na ongeveer 20 km draai je links de grote weg 217 die uit Ubon Ratchatani komt terug op voor de laatste kilometer richting Chong Mek en de Laos grens. Net voor je de grote weg opdraait heb je hier een hotel aan de linkerkant. Moest je vanuit Ubon rechtstreeks naar Laos grens willen rijden zou je hier een mogelijke overnachtingsplaats kunnen vinden. Ik dank dat dit zo een 75 km van Ubon is (en dan sla je als je die richting uitkomst dus links weg 2173 in en heb je na 50 meter op je rechterkant het hotel).

Later in Chong Mek heb ik er geen gezien, maar heb er ook niet naar gezocht. Chong Mek is trouwens een heel stoffig, onaantrekkelijk plaatsje. Ik eet nog snel men ontbijt een kilometertje voor het dorp (rijst met een lekkere vis). Om kwart na tien sta ik aan de grens en heb er 27 km opzitten.

Gefietste afstand in Thailand; een magere 138 km.
Totaal: 8.541 km

10laos2 003