Laos: February 2005

 

Woensdag 16/02/05: Kong Chiam – Pakse

(Phe Chinda Guesthouse – 50.000 Kip)  (75 km – avs: 18,6 – max: 50,5)
————————————————————–
Ondanks dat ik men visum reeds in Bangkok geregeld heb vraagt de Laotiaanse douane toch 50 Baht om een stempel te zetten. Dit mogen ze natuurlijk niet. Als je er eens vriendelijk mee lacht gaat het tarief naar beneden tot 20 Baht; niet de moeite om verder over te discussiëren dus betalen. Aan de andere kant van de grens kom je onmiddellijk in een andere wereld. Armer, maar met nog een bredere glimlach dan in Thailand.

Wanneer een brommertje en een pick up truck recht op me af komen gereden realiseer ik me dat ik weer rechts moet gaan rijden. De hele weg naar Pakse worden je weer enthousiaste ‘sabaidees’ toegeroepen. Door volwassenen maar voornamelijk door kinderen. Soms hoor je de kreet enkel uit een veld opstijgen en zie je de boodschapper niet, maar dan zwaai je maar gewoon terug in de richting waar het geluid vandaan komt, dan zijn ze al lang tevreden.

10laos2 028

10laos2 029

Het landschap onderweg is niet spectaculair maar de mensen maken alles goed. Wat word je hier automatisch weer goed gezind. Ik kom een andere fietser tegen in een drinkstalletje, de Nederlander Nils. Samen rijden we de laatste kilometers naar Pakse waar we onze intrek nemen in het Phe Chinda Guesthouse. Brand new en slechts 50.000 Kip. Er is niemand die ook maar een woord Engels spreekt.

We eten samen in een restaurantje ‘s avonds. Op de terugweg naar ons guesthouse is er langs de straat een groot feest aan de gang. Ze roepen ons erbij en het Beer Lao wordt onophoudelijk bijgeschonken. Iedereen raakt ook in the mood. Er wordt onophoudelijk karaoke gezongen. Het blijkt dat de twee huizen waar we voor zitten juist klaar zijn, en dat wordt door de hele buurt gevierd. Ondanks dat hun niveau van Engels gelijk is als mijn Lao hebben we toch een boel plezier.

Donderdag 17/02/05: Pakse
—————————–
Ik neem nog een extra rustdaggetje. Met het oog wordt het niet beter, integendeel. Als het morgen nog zo is ga ik toch maar naar het ziekenhuis hier. Ik bezoek enkele wats, ga naar het internetcafé, neem geregeld drink- en eetpauzes, wissel dollars voor kip (1 usd = 10280 Kip of ook 1 Baht = 267 Kip). Dat is dus opnieuw een plastic zak vol geld achterop de fiets.

10laos2 032

10laos2 041

10laos2 046

10laos2 061

Vrijdag 18/02/05: Pakxe – Tad Fan
(Tad Fan resort: 600 Baht) (58 km – avs: 12,6 – max: 34,5)
—————————————————————
Ik denk niet dat men oog veel beter is deze ochtend. Het plakt volledig dicht (van tranen en/of etter ?). Ik besluit om toch maar verder te rijden (alles beter dan hier naar een dokter te gaan he). Iets na zeven uur rij ik eerst het stadje in om te ontbijten waarna ik over route 13 zuidwaarts fiets. Dat is dezelfde hoofdweg die ik ook al volgde tussen Vientiane en Luang Prabang. De weg is goed geasfalteerd met niet teveel verkeer.

Na 9 km splitst de weg; ik neem de linkse arm (route 23) richting Paksong. Vanaf hier is het voor de rest van de dag geleidelijk klimmen geblazen. Ik rij het Bolaven Plateau op, een gebied waar de Fransen in het begin van de twintigste eeuw het verbouwen van koffie geïntroduceerd hebben.

Het totale Laotiaanse wegennet heeft een lengte van slechts 14.000 km, waarvan 80% nog steeds onverhard is. In Pakse kon ik in een winkeltje een oude stafkaart van het Franse leger bemachtigen, altijd leuk. Oorspronkelijk is ze van Russische makelij denk ik, want ook die taal vind je erop terug.
Alle dorpjes die je onderweg passeert zijn vernoemd naar de dichtstbij zijnde kilometerpaal. Zo heb je Ban (dorp) Lax 30, Ban Lak 34 enz. Dorpjes vol kramakkelige oude, houten huisjes in een rode stofvlakte. In 2000 zou een toerist hier nog aangevallen zijn door een tijger en overleden zijn aan zijn verwondingen.

Onderweg passeer ik een dorpje waar ze in elk hutje als smid aan het werk zijn. Het is zowiezo al gruwelijk heet hier, en zij staan naast hun vuurtje het metaal roodgloeiend te stoken en het met hamers tot kapmessen of wat dan ook te bewerken. Zware job. Gelukkig vind ik regelmatig een hutje met water of zelfs eens een koude Pepsi onderweg, want je verliest serieus wat vocht hier.

10laos2 067

10laos2 069

10laos2 070

De klim is verre van zwaar, maar enkele procentjes, maar echt snelheid kan je natuurlijk ook niet maken.

Aan de Tad Fan waterval bevind ik me op 900 meter hoogte en ben sinds Pakxe 800 meter gestegen. De watervallen, het zijn er twee, zijn zelfs nu in het droge seizoen nog indrukwekkend. Het water stort zich 125 meter naar beneden. Er zijn hier enkele hele mooie bungalows te huur en er is ook een restaurantje. Ik besluit hier te overnachten. Na een lunch en douche spring ik toch terug op de fiets om de omgeving een beetje te verkennen.

Een Nieuw-Zeelander vertelde me ooit aan de toog: “Everytime I see guys like you on the road, I think to myself “Cyclists, strong in the leg(s), mad in the head”.

Misschien zat hij er nog zo ver niet naast. 🙂

10laos2 072

Ik rij eerst een tweetal kilometer terug naar Ban Lak 36 waar een bordje staat naar een andere waterval. Het weggetje dat je hier opdraait is die naam niet waard en is nog veel slechter dan een wasbord, echt ondoenbaar. Een combinatie van los zand, stenen, putten … afgrijselijk. Verdere aanduidingen naar de waterval zijn onduidelijk. Ik ben verschillende kanten uitgereden, dwars door theeplantages en heb iets gevonden wat op een waterval(letje) leek, zeker de moeite niet waard.
Ik rij terug naar de hoofdbaan, voorbij dorp 38 naar dorp 40. Daar wijst een pijl je de weg naar de Tad Yuang waterval. Vanaf Tad Fan waar ik logeer doen ze “trekkings” naar die waterval maar je kan er dus ook gewoon via een goed zandweggetje naartoe rijden. Je rijdt door een dorpje, weer door een theeplantage (of is het koffie ??), langs een riviertje waar het halve dorp zich staat te wassen tot je uiteindelijk aan de waterval komt.

De eerste tekenen van toeristische exploitatie zijn reeds daar; de locals vragen een inkomprijs van 2.000 Kip (7 bef) en ze verkopen drankjes (heel welkom !). En de waterval is elke van die weinige franken dubbel en dik waard. Heel breed en in een enorm knappe omgeving. Het pad komt uit aan de top van de waterval, maar je kan naar beneden afdalen en zwemmen onder de waterval, zalig !

10laos2 073

10laos2 075

10laos2 077

10laos2 081

Hierna rij ik terug naar men bungalowke, eet een stukje in het openlucht-restaurantje naast de waterval, drink nog een paar pintjes en wanneer ook de elektriciteit het voor gezien houdt rond 10 uur, no choice but the call it a day.

Met mijn mijnwerkerslamp op tkopke kan ik nog wel wat lezen natuurlijk. Ik begin in het boek van Sir Edmund Hillary, View from the Summit dat ik van Uwe en Tania cadeau kreeg in Nieuw-Zeeland.
In een uitgave van Lao National Tourism Administration lees ik dat volgende grenzen tussen Laos en Vietnam nu (maart 2005) open zijn:

– Road n° 7 van Phongsavang in Nong Hed
– Road n° 8 van Lakseo in Cau Treo
– Road n° 9 van Savannakhet in Lao Bao

Die eerste is nieuw bij mijn weten, dus misschien nuttige info.

Verder schrijven ze ook “In the south, there is officialy no way to go to Cambodia, but that could be manageable…”. (Dit komt dus uit de officiële gids 2005 van de Lao National Tourism Administration).

Tachtig procent van de bevolking leeft van de landbouw; vnl rijst maar ook tabak, katoen en koffie. De veestapel bestaat voornamelijk uit koeien, buffels en varkens (ik zie vooral veel kiekens lopen, maar dat is geen vee zeker ?).

In Laos hangen de meeste mensen het Theravada Boeddhisme aan, wat zich tussen de veertiende en zeventiende eeuw in het land verspreidde. Het Boeddhisme bestaat echter zij aan zij met het animisme. De Laotianen geloven in “Phi” wat wil zeggen spirit, soul & ghost. Alle Laotianen vertellen over Phi die hen tijdens hun slaap bezoeken. Ze (Phi) zijn overal en je hebt er goede, slechte, bedrieglijke, …

Ze kunnen in de bomen zitten, of in dieren of in huizen. Daarom bouwen Laotianen altijd een “genie huis”, een klein altaar dat op een welbepaalde plaats voor hun huis of in de tuin wordt gebouwd en dat altijd beschermd staat tegen de zon en waar eten en drinken geofferd wordt om de geest gelukkig te houden.

En verder dit nog: “Road: Driving in Laos is risky. Lao people drive by putting their faith in the lord Buddha. A road code exists but is not respected.”

Een beetje hetzelfde als overal hier in de regio dus, hoewel het in Laos volgens mij nog heel goed meevalt, voornamelijk door het gebrek aan (gemotoriseerd) verkeer.

Zaterdag 19/02/05: Tad Fan – Sekong
(????? Guesthouse: 70.000 Kip) (108 km – avs: 22,8 – max: 53,5)
———————————————————————-
Iets na zes uur komt de zon mooi rood op, bijna juist boven de watervallen. De fiets hangt nog onder een dikke laag rood stof van gisteren. De eerste 12 km tot het plaatsje Paksong is het nog klimmen (van 900 m naar 1.250 m). Als je het stadje door bent gereden kom je op een splitsing. De rechtse arm gaat naar Attapeu, de linkse richting Salavan en Sekong. Ik neem de linkse arm want wil graag naar de Tad Lo waterval. Na een paar honderd meter heb je hier op de linkerkant een splinternieuw guesthouse. Vanaf hier daalt de weg even gelijdelijk als hij voor Paksong steeg en met een gangetje van om en bij de 30 km/u gaat het goed vooruit nu.

10laos2 084

10laos2 085

Ik rij de Champasak provincie uit en de Salavan provincie in. De afslag naar Tad Lo moet ik ergens gemist hebben. Terugrijden heb ik geen zin in, dus a change of plans en doorrijden naar Sekong. Een kleine 3 km voor Thateng kom ik ook een guesthouse tegen op de rechtse kant. Ook deze ziet er redelijk goed uit.

Ik lunch in Thateng in Moukda’s restaurant met 50 km op de teller vandaag. Het is een plaatsje waar geen toeristen komen. Enkele locals vallen letterlijk van hun fiets van verbazing; gelukkig zonder erg.

Al gauw parkeren er enkele chique jeeps voor de deur en stappen er een paar naast hun schoenen lopende Aziaten binnen. UNFPA staat er op hun auto’s te lezen, met een teken ernaast dat op dat van de UN lijkt. Overal in deze landen zie ik de chiqueste jeeps met logo’s van de UN en NGO’s erop. Ik heb vaagweg het idee dat dat is waar ze het zwaarst in investeren, chique jeeps. Het zijn stuk voor stuk hoogst irritante mannetjes die hier nu binnen zitten, met heel veel show sigaretten rollend, veel lawaai makend en heel arrogant doen tegen de meisjes die hier werken…
Wanneer je Thateng uitrijdt richting Sekong over Route 16 kom je nog een guesthousje tegen, nieuw en het ziet er heel mooi uit. De weg is heel goed, en bijna zonder verkeer, op enkele varkentjes, geiten en koeien na. De vegetatie verandert van voornamelijk koffieplantages naar bananenplantages. Ik rij door dorpjes waar de mensen zichzelf en hun kleren wassen aan de waterpomp.

Kinderen roepen “Farang, farang – woehoe – sabaidee sabaidee”.

Schitterend.

10laos2 089

10laos2 099

Ik blijf ook profiteren van het werk van gisteren en deze voormiddag en blijf lekker dalen tot in Sekong, een stadje zonder toeristen, gelegen aan de Kong River die in Vietnam ontspring en door Laos naar Cambodia stroomt. In het mooie guesthouse waar ik slaap en nergens anders in het stadje spreekt men ook maar één woord Engels. Zelfs met de gekende gebaren om te weten hoeveel een kamer kost of waar je iets kan eten kom je geen stap verder. Waarschijnlijk drukken ze dat hier anders uit. Ik wandel naar een food stalletje. Vegetarisch eten kennen ze hier niet. Er liggen een paar stukken vlees op een vuurtje te bakken. De mensen zijn aanvankelijk te verlegen om me te helpen. Uiteindelijk krijg ik een soepje war ik de stukjes vlees uitvis en hou uiteindelijk alleen wat rijst en ajuin over.

10laos2 101

10laos2 105

Zondag 20/02/05: Sekong – Attapeu
(Sengchang Guesthouse: 45.000 Kip) (95 km – avs: 20,3 – max: 40,5)
—————————————————————————
Ik word wakker met een oog dat nog steeds een beetje ettert maar me toch al wat beter lijkt. Eerst eten proberen vinden. Dat doe ik op het marktje waar ik wat Frans brood koop, sardienen in tomatensaus en dragon fruit.

Na 1 km op Route 16 kom ik een pijl tegen die melding maakt van de Tatfek watervallen. Ze zijn best wel mooi en ik denk in het regenseizoen ook indrukwekkend. Vanaf hier wordt het landschap ook wat groener met af en toe zelfs een groen rijstveldje.

Ik rij de hele tijd in het dal van de Kong River, maar de rivier zelf zie ik niet vaak. De bergen naar het Bolaven plateau liggen rechts van me. Heel indrukwekkend is het landschap niet, de weg is vlak, en de mensen die je onderweg tegenkomt weer extreem enthousiast en vriendelijk. Vele sabaidee’s worden me weer toegeroepen. Deze route blinkt uit in de totale afwezigheid van ander verkeer. Er zijn weinig mogelijkheden onderweg om eten te kopen, dus ik ben blij met de broodjes die ik vanochtend meegenomen heb. De conditie gaat erop vooruit, en ik ben reeds voor 12 uur op bestemming. Ik bedenk met dat er voor je lichaam hier toch een hele andere taak is weggelegd als in Nieuw- Zeeland. Daar moet het je voornamelijk opwarmen, terwijl het je hier in deze extreme hitte de hele tijd moet afkoelen.

10laos2 106

10laos2 109

Maandag 21/02/05 Attapeu- Ban Pha Pho
(Bounoum Guesthouse: 15.000 Kip) (105 km – avs: 14,0 – max: 27,8)
——————————————————————-
Vandaag heb ik heel wat kilometertjes voor de boeg. Zuidelijk van het Bolaven plateau rij ik terug richting Mekong rivier en zal ik proberen tot in Champasak te geraken. Twee km buiten Attapeu begint de dirtroad, die typisch mengeling in deze streek van rood zand (stof) en losse keien. De weg is hier nog goed platgereden en best aangenaam om op te fietsen. Aanvankelijk zijn de riviertjes die ik kruis nog overspannen door houten bruggetjes; planken dwars op de rijrichting en daarbovenop 2 sporen langs de rijrichting voor de auto’s. Uitkijken dat je daar niet in vast komt te zitten met je wielen dus.

10laos2 124

10laos2 126

10laos2 127

10laos2 128

10laos2 130

10laos2 131

10laos2 132

Na 43 km moet ik een bredere rivier over.

Geen bruggen meer vanaf hier. Ik schat dat de rivier een kleine 100 m breed is en je zakt tot aan je middenrif in het water.

Ik breng eerst de voortassen naar de overzijde, dan de achtertassen en als laatste de fiets. Ik rij nu recht de jungle in en Route 18 wordt niet meer dan een jungle trail dat gedurende lange stukken slechts één spoor breed is. Hier komen geen auto’s, jeeps of bussen meer.

De weg wordt soms barslecht., soms is het een aangenaam bospad.

10laos2 133

10laos2 145

Er volgen nog rivieren die je moet doorwaden en soms moet je de fiets over stukken rots op het pad tillen. Enkele keren passeer ik een dorpje midden in de jungle. Sommige kinderen staren je aan, andere beginnen te huilen en weer andere zijn dol enthousiast. Velen van hen zijn naakt of hebben slechts gescheurde en totaal verweerde t-shirts en broeken aan.

De geluiden hier in de jungle zijn schitterend. Allerlei insecten die de meest vreemde klanken produceren. En je bent hier echt alleen. En je bent smerig en vuil. Keer op keer word je nat als je een rivier door moet, dan ploeg je weer verder door dat rode stof dat tegen je aankoekt. Een keertje wordt deze laag op men armen en benen zo vervelend dat ik het eraf ga wassen aan een riviertje dat parallel met het pad loopt. Terwijl ik daarmee bezig ben bedenk ik me de waarschuwingen dat dit een gebied is dat nog vol onontplofte mijnen ligt, één van die vele gebieden die nog niet opgekuist zijn, dus ik let een beetje op als ik op men passen terug keer.

10laos2 147

10laos2 151

10laos2 154

10laos2 155

10laos2 159

10laos2 160

10laos2 162

10laos2 163

10laos2 164

Het is 14u00 en ik heb 60 km gereden. Dat betekent nog 80 km te gaan en om zes uur is het donker. De weg is zo slecht, en zo mooi, dat je niet opschiet. Twee uur later ben ik amper 20 km verder en realiseer ik me dat Champasak onhaalbaar wordt.

Ik kom aan een splitsing waarvan beide armen even frequent (nu ja …) gebruikt lijken. Welke kant ik op moet is niet duidelijk en voorbijgangers om het aan te vragen heb je hier niet. Ik wacht toch maar een kwartiertje, maar geen levende ziel. Ik besluit op goed geluk de linkse arm te nemen die er na goed bestuderen toch iets platgeredener uitziet dan de andere.

Meer rivieren die overgestoken moeten worden. Ik passeer een local met twee kids. Het opnoemen van plaatsnamen waar ik heen wil doet geen belletje rinkelen bij hem. Meestal zijn ze ook erg zenuwachtig als je hen iets vraagt en zeggen ze enkele “no no”.

In een dorpje krijg ik toch, aarzelend, confirmatie dat ik op weg ben naar Ban Tangben. Echt overtuigend klinkt het niet. Ik kom langzaam terug in opener gebeid, geen bomen meer en je wordt dus terug de hele tijd blootgesteld aan de zon. Water kopen waar je kan is de boodschap.

De weg wordt extreem slecht nu. Aan een splitsing kan ik kiezen om rechtdoor naar Tangben of Het guesthousje is heel basic maar ze serveren best lekker eten.

10laos2 165

10laos2 168

10laos2 171

10laos2 173

Dinsdag 22/02/05: Ban Pha Pho – Champasak
( ? 10 Usd) (57 km – avs: 16,2 – max: 51,5)
——————————————————
In de voormiddag mag ik een ritje maken op de olifant van de zoon van de eigenaar. Een echte werkolifant, niet eentje die elke dag met toeristen op zen rug rondloopt. De mahout brengt me op z’n olifant naar de top van een nabijgelegen heuvel, dwars door de uitgedroogde rijstpaddies. We zijn twee uur onderweg.

10laos2 174

10laos2 191

10laos2 195

Eens terug op de fiets moet ik eerst een zevental km “backtracken” tot aan de splitsing. De omgeving is mooi en na 22 km kom je op Laos’ noord-zuid as, Route 13. Hier sla ik rechtsaf, noordwaarts richting Champasak. Na enkele honderden meter heb je op de linkerkant een guesthouse. Dit is dus slechts 15 km van de splitsing naar Ban Pha Pho en dus ook een mogelijkheid om te overnachten als je de olifantenrit niet wil doen.

10laos2 196

10laos2 198

Ik rij nog 18 km noordwaarts en met 40 km op de teller sla ik linksaf richting Mekong rivier en de overzetbootjes naar Champasak. Het is een drukte van jewelste hier want het drie dagen durende Bun Wat Phu Champasak festival, het belangrijkste van het jaar, dat gedurende de volle maan van de derde maanmaand wordt gehouden gaat  juist nu van start. Dit is een toevalstreffer dat ik hier ben.

Men vrees dat het vinden van accommodatie hierdoor wel eens moeilijk zou kunnen worden wordt bewaarheid. Alle guesthouses zijn vol. Er is één hotel waar ik de laatste kamer krijg aan een “festivalprijs” van 10 Usd, wat ze zeker niet waard is, maar goed, blij iets te hebben.

’s Avonds ga ik een kijkje nemen naar het festival. Er is heel veel volk dat onophoudelijk met tuk tuks en sawngthaew wordt aangevoerd. Eigenlijk lijkt het meer op een rock-concert.

Voor de Wat Phu tempel (12 km buiten Champasak) heb je een grote weide die vol staat met kraampjes waar ze eten (vnl. kipsaté’s), fruit en drank verkopen. Er is ook vermaak voor de kinderen zoals buskes gooien, ballon kapot gooien met vogelpik pijltjes, etc …
Er zijn twee podia met waar locals life muziek brengen van Santana, Edith Piaf, enz.
Op weer een ander podium zie je dan weer traditionele dansen, heel bizar allemaal.

10laos2 201

10laos2 202

10laos2 220

Woensdag 23/02/05 Champasak:
——————————-

De enige reden om naar Champasak te komen, of er even te blijven is de Wat Phu tempel, een pre-Angkor tempel. Deze is gebouwd tijdens het regime van het Chenla koninkrijk tussen de 6de en 8e eeuw. Wat Phu was oorspronkelijk een Hindu tempel met afbeeldingen van Vishnu, Shiva en Kali maar werd later omgevormd tot een Boeddhistische tempel.

Ik heb nieuwe buren vandaag en te zien aan wat er voor de deur staat lijken dat ook fietsers te zijn. Het zijn Werner en Lorella. Werner is een Oostenrijker van 63 jaar die al jaren in Zwitserland woont, sinds kort in Lugano bij zen veel jongere vriendin Lorella. Werner was altijd goudsmid maar is alweer heel wat jaartjes gestopt. Hij heeft altijd veel gereisd en heeft nu zeeën van tijd om dat te doen. Tijdnes zijn reizen filmt hij heel wat en er zijn reeds tientallen reportages van hem uitgezonden op de Zwitserse tv. Ook van deze reis maakt hij een reportage. We babbelen een hele tijd en wisselen ervaringen uit. Hij is een bron van inspiratie en is reeds op de meest bizarre plaatsen in de Amerika, Afrika en Azië geweest. Z’n vriendin heeft het verborgen moeten houden voor haar ouders dat ze op de fiets door deze landen trekken, dus dat zal schrikken worden wanneer het op tv komt.

Later in de namiddag nemen we samen de sawngthaew naar Wat Phu. Duizenden mensen klimmen langs de ene zijde de heuvel op, houden halt aan de vele religieuze beelden of plaatsen langs de trappen waar ze Boeddha’s en/of voorouders eren. Massa’s wierook worden verbrand, zoveel dat het pijn doet aan je ogen.

Boven zien we achter de Wat Phu tempel een grot waar alle locals een lege fles tegen de rots houden om een druppel van het heilige water op te vangen.

In de Wat Phu zelf wordt ook druk gebeden en kan je bijna geen hand voor je ogen zien door alle wierook. Een heel indrukwekkend schouwspel.

10laos2 225

10laos2 228

10laos2 232

10laos2 234

10laos2 236

10laos2 238

10laos2 242

10laos2 245

10laos2 248

10laos2 254

10laos2 261

Donderdag 24/02/05: Champasak – Muang Khong
(Don Khong Gh: 6 Usd) (105 km – avs: 19,0 – max: 36,0)
————————————————————–

Om half zes sta ik op want samen met Werner wil ik voor zonsopgang aan de Wat Phu zijn. Deze ochtend is het hoogtepunt van het festival met de offering aan de monniken. Wanneer we aankomen blijkt het pad naar de tempel reeds vol te zitten met gelovigen die op hun knieën zitten met hun offergaven voor zich.

Door een indrukwekkende batterij boxen prevelt de hoofdmonnik repetitief allerlei gebeden af, die door de hele massa en door de andere monniken nagezegd worden. Rond zeven uur staat de hele rij monniken klaar en gaat langs de rijen gelovigen om de offergaven op te halen. De offerpot die ze daar normaal voor gebruiken tijdens dagelijkse bedelronde is natuurlijk veel te klein voor alles wat hen nu aangeboden wordt. Daarom loopt naast elke monnik een man met een grote jutten zak waar regelmatig de pot in leeg gemaakt wordt. Ze ontvangen voornamelijk snacks (type snickers maar dan de Lao-variant), sticky rice en geld. Dat geld verdwijnt ook al eens onder hun oranje gewaad en niet steeds in de zak.

10laos2 286

10laos2 289

10laos2 290

10laos2 296

10laos2 298

Ik veronderstel dat er een zekere rangorde in acht wordt genomen. Eerst komen de oudere monniken, dan de andere, daarachter de kind-monnikjes en als laatste enkele nonnen in hun spierwitte gewaden. Voor hen blijft er nauwelijks iets over en vele van de gelovigen die alles al uitgedeeld hebben zijn zelfs al vertrokken wanneer zij voorbij komen.

10laos2 299

10laos2 307

10laos2 322

10laos2 324

Om acht uur keer ik naar het hotel terug want ik heb nog wat fietskilometers voor de boeg. Lorella zit aan het ontbijt en dat ga ik ook eerst even doen. We blijven veel te lang kletsen en tegen dat ik ingepakt ben en klaar sta om door te rijden is ook Werner terug van Wat Phu (hij ging boven aan de tempel nog wat filmen in het ochtendlicht). Nog wat langer sjouwelen dus en het is bijna middag als ik me richting overzetbootjes begeef.

Op weg hier naartoe fiets ik de waarschijnlijk enige jaarlijkse file in het verkeersarme Laos voorbij. Ook alle Laotianen keren huiswaarts en wachten op een boot om de Mekong over te steken. Alle pick-up trucks en sawngthaews zitten eivol. Met de fiets rij ik ze moeiteloos voorbij en zit ik al snel op één van de longtail boats naar de overkant. Zoals verwacht wordt het een zware rit . wat wil je als je op het heetst van de dag vertrekt…

Meer dan 100 km naar Hat Xai Khun over een saaie, golvende, bloedhete weg. Er bestaat ook een boot die je van Champasak naar Don Khong kan brengen in een uurtje of vijf. Die vertrekt echter om negen uur, dus daar was ik veel te laat voor.

In Hat Xai Khun neem ik een longtail boat naar het eiland Don Khong en check in in het eerste guesthouse dat ik zie.

Om zes uur ’s avonds ga ik iets eten, drink nog 2 liter waar bovenop de vijf die ik onderweg al binnen had en om zeven uur lig ik doodmoe, afgepeigerd op bed.

Vrijdag 25/02/05 Muang Khong
(26 km – avs: 16,6 – max: 27,0)
———————————–

Ik slaap een beetje uit en ken een luie start van de dag.

Lekker lang ontbijten en alvast veel drinken. In de namiddag maak ik een toertje met de fiets over de zuidelijke kant van het eiland. Ik volg een klein zandpadje dat achteraf blijkt dood te lopen, maar kom zo wel door een dorpje waar ik een achttal mannen en enkele kinderen in een kring zie staan. Er is een hanengevecht aan de gang; altijd leuk. Het gebeurd ook heel fair hier. Geen messen aan de poten van de dieren, enkel hun bek kunnen ze gebruiken. Wanneer duidelijk wordt wie het gevecht zal gaan winnen worden ze uit elkaar gehaald, gewassen en denk ik dat ze volgende week wel terug fit zijn voor een nieuwe kamp.

10laos2 348

10laos2 349

Zaterdag 26/02/05 Muang Khong – Don Det
(10 km – avs: 9,3 – max: 19,9)
———————————————
Ik ben nu in het uiterste zuiden van Laos. Deze streek wordt Si Phan Don genoemd wat wil zeggen vierduizend (si phan) eilanden (don). De Mekong is in deze streek to 14 km breed en, vooral in het droge seizoen als de waterstand laag is, bezaaid met honderden eilandjes. Voor 30.000 Kip kan ik met een bootje rechtstreeks van Don Khong naar Don Det, een tochtje van anderhalf uur, veel mooier dan het alternatief over route 13.

Don Det blijkt een redelijk aantal backpackers aan te trekkenen.  Eén kant van het eiland is bezaaid met hutjes en restaurantjes. Aan de andere kant heb je “Sunset” bungalow waar ik in een gloednieuw bungalowtje intrek. Ik heb een terrasje, twee hangmatten en een magnifiek uitzicht over de Mekong, enkele eilandjes en zoals de naam het al zegt, de zonsondergang.

10laos2 355

10laos2 412

Zondag 27/02/05 – Woensdag 02/03/05
——————————————
Ik zit hier in zo een mooi en relaxed plaatsje dat ik enkele dagen blijf. De backpackers zijn wel een streep door de rekening maar ik zit er toch een beetje van weg. Ook is het eiland niet echt zoals de rest van Laos; locals zijn minder uitbundig, kinderen kijken je niet eens aan, maar hoe zou je zelf zijn als je ziet hoe een groot deel van het klootjesvolk zich hier weer gedraagt ?

Ik neem af en toe een duik in de Mekong (het douchewater wordt er ook uitgepompt dus ..) en breng vele uren door in men hangmatje, lezend, wegdromend, en de familie observerend. s’Ochtends om zes uur beginnen ze met druk alles op te vegen, de vloer van het restaurantje, hun hele erfje, ze kuisen de paar fietsen die ze verhuren aan toeristen, tussen acht en tien uur komen de gasten iets eten. Hierna wordt het wat rustiger en gaan ze zichzelf wassen.

In de Mekong natuurlijk.

De meisjes houden hun longhi aan en springen daarmee in het water, de kinderen komen erbij, ze wassen zich, spelen & plagen elkaar een beetje, wassen de kleren, spelen nog wat; dat gaat zo zeker twee uur door.

Eéntje klautert naar boven en komt met haar tandenborstel en tandpasta terug. Ze gaat op haar hurkjes vlak naast haar vriendinnetje zitten die de kleren wast met veel teveel zeep, spat wat van dat water in haar mond, poetst haar tandjes en spoelt haar mond uit met een mengeling van Mekongwater en zeepsop van de kleren.

Weer vlak hiernaast ligt een mand in het water waar vissen in zitten. Meer dood dan levend want ze liggen al op hun zij en als je eens tegen die mand sjot zit er toch niet echt veel leven in. Ik ben zo naïef om hen te proberen duidelijk te maken dat zeepsop, tandpasta en vissen misschien niet zo goed samengaan maar dat wordt op gelach onthaald natuurlijk. Ze hebben hier toch een andere relatie met dieren dan wij. Ik denk dat wij nog wreder zijn, wij sluiten ze hun hele leven op, en spuiten ze constant vol met weet ik veel wat.

10laos2 419

10laos2 421

10laos2 424

Veel jongens en mannen in Laos hebben steeds een katapult bij zich en als ze dan een kip voorbij zien komen of een vogel in een boom zien proberen ze die steeds te raken, gewoon om te lachen.

Ze stoppen zelfs met hun brommertje om even te schieten als ze een prooi zien.

Varkens lopen vaak los rond, maar even vaak hangen ze ook zielig aan een touw van 30cm of zo. Kippen en eenden worden, hangend in bosjes van tien samengebonden aan hun poten met het kopje naar beneden aan weerszijden van de fiets vervoert. Zij die aan de binnenkant hangen hebben pech, want hun kopje komt steeds in het wiel terecht. Varkens worden op hun rug op een brommer gebonden, etc, etc ….

Ik luister wat cd-tjes en lees wat over de eilandjes hier.

Don Det en don Khon, juist ten noorden van de grens met Cambodia waren een belangrijke link in de transportroute tussen Saigon en Laos gedurende het Franse koloniale bewind. Ten zuiden van Don Khon heb je een strook van dertien kilometer in de Mekong vol stroomversnellingen en watervallen. Tijdens het regenseizoen stroomt hier een groter volume water aan water door als door de Niagara-watervallen. Dit was natuurlijk een serieuze belemmering in het riviertransport stroomopwaarts richting Vientiane. De Fransen bouwden hierom een veertien kilometer lange spoorweg om de lading en soms de hele lichter van de ene naar de andere kant van de watervallen te brengen. Dit was meteen ook het enige stuk spoorlijn in Laos. Gebruik ervan werd gestaakt na de Japanse bombardementen in 1945. De brug, een locomotief en een deel van het traject zijn nog steeds aanwezig. Andere stukken van de rails werden door de locals gebruikt voor nuttiger doeleinden.

10laos2 427

10laos2 434

10laos2 446

Ik eet papaya-slaatjes, drink coconut-juices en geniet van de omgeving. Ik maak mezelf wijs dat ik dit alles verdien met de moeilijke dagen die voor me liggen in het noorden van Cambodia.

Er komen ‘s avonds weer een paar vreemde mensen naar de zonsondergang kijken in het restaurantje hier.

Deden ze dat maar niet.

Ik zie een moederkip met haar kroost de keuken inwandelen. Ze worden ongemoeid gelaten, niemand met een katapult in de buurt. Ik droom, maak plannen voor de rest van men trip, wijzig bestaande plannen, laat weer nieuwe ideetjes opborrelen, zie de kippen de keuken uitkomen, …
De volgende ochtend lig ik om 7 uur reeds in men hangmatje. Het zou steeds vroege ochtend moeten zijn. Met 29 graden is het nu heerlijk koel voor deze streken. De meisjes zijn weeral volop aan het werk. De tafeltjes worden vandaag extra opgepoetst, en ook de huisgod krijgt de nodige aandacht. Er komt een koe het erfje opgewandeld. Dat hebben ze hier niet graag dus wordt ze steeds weg gejaagd Ik zou uit men hangmat moeten komen en ontbijten of men boek van het bed nemen en wat lezen maar voor beide ben ik te lui. Enkel nog een tv-tje hier om wat voetbal te kijken en het zou perfect zijn.

‘t Zou ook veel afbreuk doen.

De koe komt nog eens een kijkje nemen. Ik ontbijt later deze voormiddag naast het altaartje van de huisgod. We zijn beide uitermate tevreden met wat we krijgen.

10laos2 448

Later op de dag komt een lompe gast van een jaar of 22 die eerst wel en dan weer niet in een vrijgekomen bungalowtje incheckt. Hij klaagt luidop over “the attitude” van de mensen hier, loopt met z’n sandalen het verandatje op (doe je absoluut niet hier !) zelfs los over het matje waar de moeder des huizes haar middagdutje op doet, zwiert zen rugzak naast haar op de grond met zo een plof dat ik bijna van men stoel val en het moedertje er bijna een hartattack aan overhoudt.

“A banana shake” snauwt ie en gooit de menukaart vanop een halve meter terug op tafel en legt met zen lompe poten hetzelfde traject terug af. Tsja …. backpackers. Gelukkig blijft ie niet. Ik ben er zeker van dat die brave Laotianen er net zo over denken. Ik blader vandaag de laatste bladzijde in men boek van Edmund Hillary om. Meer dan de moeite waard, hoewel er ook best wat eigenlof in het boek staat.

Je kan hier op de eilandjes een boottrip boeken die je tot aan de grens brengen en dan kan je naar Cambodia “kijken”.
Heel bizar. Veel mensen lijken dit nog steeds een gevaarlijke bestemming te vinden terwijl het nu toch al weer heel wat jaren rustig is daar.

De meisjes die hier de voorbije dagen het werk deden en die het soms zo aangenaam “druk” maakten zie ik de hele dag niet.

’s Middags om vijf uur, iets voor zonsondergang, komen ze echter met hun bootje aangevaren, met hun lange rok, wit hemdje en een schriftje onder de arm. Het is maandag, en dan moeten ze natuurlijk naar school. Ze hebben gelijk ook een verse grote blok ijs meegenomen. Die hangt onder het zaagsel en stof van in hun bootje te liggen. Even onderdompelen in de Mekong, “no problem”. Nu kunnen ze weer verse shakejes maken. Ik vraag me af welk water ze gebruiken om die grote blokken ijs te maken.

Het is tijd om Dido nog eens in men cd-spelertje te stoppen terwijl ik in men hangmatje geniet van een laat namiddagzonnetje.

“Sand in my shoes”, hoe toepasselijk.

De ondergang later met opnieuw een purperen hemel en de Mekong op de voorgrond maken van dit plaatsje iets dat het paradijs benadert.