Myanmar: October-November 2004

Over Myanmar valt zoveel te vertellen, dat ik het maar heel kort houd hier.
In 1885 vielen de Britten het land binnen. De reden was het land leeg te roven van al zen teakvoorraden.
Tijdens wereldoorlog II werd het, net als vele andere delen van zuidoost-Azie bezet door de Japanners.
Het land was jaren gekend onder de naam Burma, tot het huidige militaire regime het terug de naam Myanmar gaf.
De hoofdstad Rangoon werd Yangon genoemd.
Het militaire regime, de State Peace and Development Council (SPDL, vroeger werkzaam onder de naam State, Law and Order Restoration Council (SLORC) is aan de macht sinds 1962.
In mei 1990 werden de eerste vrije verkiezingen in 30 jaar gehouden. De militairen dachten dat ze deze gerust konden uitschrijven omdat alle oppositie “dood” zou zijn maar de National League for Democracy won 392 van de 485 zetels. De militairen weigeren tot op de dag van vandaag nog steeds de macht over te dragen.
Het boegbeeld van de NLD, Aung San Suu Kyi, die uit voorzorg in 1989 onder huisarrest geplaatst was, won later de Nobelprijs voor haar vreedzame verzet tegen het regime.
Een regime dat een van de wreedste ter wereld is, maar in een land waar momenteel (in tegenstelling tot eind 19de eeuw) niet veel te halen valt, en dus rustig zen gang kan blijven gaan. Dwangarbeid is een heel courant iets; mannen of vrouwen worden bij hun familie weggehaald en moeten voor niets meer dan een dagelijkse portie rijst maanden aan een stuk wegen- of andere infrastructuurwerken uitvoeren. Iedereen die het minste commentaar op het regime heeft, wordt gearresteerd, er is geen vrije pers (meeste journalisten zitten gevangen) en toeristen worden enkel in bepaalde gebieden getollereerd. De bergstammen die vnl in het noorden en aan de oostgrens met Thailand en China leven blijven zich verzetten maar betalen hiervoor een zware tol: Gewapende strijd met het regeringsleger, ze blijven verstoten van onderwijs en er is geen enkele vorm van gezondheidszorg in deze gebieden. Enkele idealisten steken de grens over vanuit Thailand met de hoogstnoodzakelijke middelen, met gevaar voor eigen leven.
In 1995, na zes jaar huisarrest wordt Aung San Suu Kyi vrijgelaten, maar in 2000 kreeg ze opnieuw huisarrest.
In 2002 werd ze dan opnieuw vrijgelaten.

Zondag 17/10/04:
—————-
Op de Boeing van Phuket Airlines zaten we met welgeteld 14 passagiers. Ik was de enige westerling. Als we in de hoofdstad Yangon landen draai ik de klok een half uurtje terug op Myanmar tijd.
Bij aankomst krijg je net als in Indonesië op verschillende borden de waarschuwing dat er doodstraf staat op drugsbezit. Fine by me.
Ik ga met de taxi tot in het centrum, zo kan ik de fiets daar monteren en de doos bewaren in het hotel voor de terugreis. Eerst ga ik lunchen in een restaurantje op Anawrahta Road. Hier schotelen ze ook vieze dingen zoals geitenhersenen voor, bah. Ik ga voor de mixed fried rice voor de verandering.

Wanneer ik later op de dag naar de Shwedagon Pagoda fiets raak ik in verwarring. Ik fiets op de vierbaansweg aan de linkerkant, zoals ik gewoon ben te doen de laatste maanden. 
Maar ….. het verkeer komt uit de andere richting. Het is dus toch terug rechts rijden hier ? Dat is me niet opgevallen in de taxi toen ik van de luchthaven kwam. De Schwedagon ziet er indrukwekkend uit, maar een bezoekje spaar ik voor als ik terug hier ben binnen 4 weken en er minstens een halve dag voor kan uit trekken. Ik wil wel graag een rondje rond het Kan Daw Gyi meer rijden. Toeristen moeten 1 usd inkom betalen. Blijkt dat je niet rond het meer kan fietsen en elke keer je uit het park gaat en er terug in je opnieuw moet betalen … 
Ik blijf ondertussen nog wat voort piekeren over dat rechts rijden, want ergens klopt er toch iets niet.
Plots valt me op dat het stuur in de auto’s ook rechts staat. Ze rijden dus rechts en ze zitten rechts … das wel zo makkelijk … 
Doet me denken aan toen ik in Ierland woonde en het twee keer links was. Later lees ik dat Generaal Ne Win van een waarzegger de raad kreeg een meer rechtse koers te varen. Hij nam dit nogal letterlijk en besliste van de ene dag op de andere dat alle verkeer rechts i.p.v. links moest gaan rijden.
De meeste auto’s hebben het stuur dus nog aan de verkeerde kant. Generaal Ne Win had ook iets met het cijfer 9. Hij bracht biljetten in omloop van 45 en 90 Kyat, de locale munteenheid. Dat is makkelijk tellen natuurlijk.
Ook de het jaartal van de staatsgreep, 1962, is een veelvoud van 9.

08burma1 022

08burma1 026

Maandag 18/10/04:
—————–
Ik heb een beetje uitgeslapen vandaag. Tijdens men ontbijt raak ik aan de praat met een Fransman (Bretoen) die in hetzelfde hotelletje logeert. Het was voor hem de tweede keer in Myanmar. Hij was hier drie maanden geleden al, en heeft zen hart verloren aan een van de meisjes aan de receptie hier. 
En hij is nu terug ….
Om 15u00 sta ik aan de busterminal om noordwaarts naar Mandalay te gaan. Ik moet de hele achterbank kopen om de fiets mee te mogen nemen. Ondanks dat gisteren bij de aankoop van de tickets gezegd werd dat alles in orde zou zijn, was er toch weer de gebruikelijke discussie.
Vermoeiend is dat, telkens je moet betalen kan alles, en als het dan zover is …ben dat wel een beetje beu. 
Ik heb men fiets genomen, ben ermee in de bus gekropen, en dat ze me maar eens van gedacht doen veranderen !

Dinsdag 19/10/04: Rondrit Mandalay (35 km)
——————————————-
Iets na zes uur komt de bus aan in Mandalay. Ik heb weinig of niet kunnen slapen. De wegen liggen er verschrikkelijk bij, de vering van de bus is in dezelfde staat. Om de drie uur werden we “uitgelaten”, dus als je al eens wat indommelt.
Ik neem mijn intrek in het Royal Guesthouse, in een heel mooie kamer (nr. 107) voor slechts 5 usd. Later op de dag ga ik wat op verkenning in de stad en bezoek de Mahamuni Pagoda. Een monnik komt een praatje met me maken en geeft me een volledige rondleiding.
De pagoda is gebouwd in 1784 en is een van de grootste en belangrijkste in Myanmar en de vier meter hoge, zittende Mahamuni Buddha een van de meest aanbeden van het land. Aan alle kanten van het beeld zitten Boedhisten te bidden. Vrouwen mogen niet tot bij het beeld komen. De monnik neemt mij mee de trap op tot bij het beeld en gelovigen reikten me blaadjes bladgoud aan om op het beeld t e kleven. Dit is door devote Boedhisten zo vaak gedaan de voorbije jaren dat er nu een laag van 15 cm bladgoud opligt. Ik mocht ook foto’s maken van de Buddha, wat normaal verboden is.
Als ik terug van het beeld naar beneden ga geven meer Boedhisten me bladgoud om op het beeld te kleven terwijl ze op hun knieën op de grond zaten. 
Verderop stonden zeven Buddha beeldjes, een voor elke dag van de week. In het Boedhisme is de dag waarop je geboren bent heel belangrijk. De monnik vraagt me welke dag ik geboren ben, en ik gok zaterdag. Hem vertellen dat ik geen idee heb komt raar over denk ik.
Nu moest ik een kommetje water 5 keer over de “zaterdag Buddha” leeggieten. Dat moet geluk brengen voor mij en de ganse familie. Later op de voormiddag neemt hij me nog mee naar zijn monastery. Dit is wederom een van de grootste van Myanmar.
Er wonen meer dan tweeduizend monniken. Hij legt me het verschil uit tussen een “learning monastery” waar ik nu ben en waar ze buiten eten en slapen dus ook les krijgen (in Pali language), en een “meditation monastery”. Honderd meter verderop staat er zo eentje, de Shwe In Bin Kyaung monastery. Hier wonen enkele oude, wijze monniken, die dus vnl mediteren. In de vroege namiddag ga ik even douchen, want God wat plak ik van het zweet (het is hier heeeeeeeeet). Ik val daarna in slaap op bed, een beetje zonde van de dag, maar het doet wel deugd.
’s Avonds wil ik 100 usd wisselen in Kyat, maar ze nemen geen biljetten aan waarvan de nummering begint met “cb”. Het fabeltje doet hier de ronde dat dat namaakbiljetten zijn van de “China Bank”.
Natuurlijk heb ik er zo twee. bij me…

08burma1 038

08burma1 039

08burma1 033

08burma1 040

Woensdag 20/10/04: Mandalay – Sagaing – Inwa – Mandalay (100 km)
—————————————————————–
In de vroege ochtend ga ik eerst naar het plaatselijke MTT kantoor (toeristische dienst van Myanmar, onder controle van de overheid). Ik vraag wat info over overnachtingsplaatsen op de terugweg naar Yangon. Echt helpen kunnen ze me niet en de brave man vertelt me dat het verboden is voor buitenlanders om te fietsen in Yangon. Als ik vraag waarom, zegt hij dat het waarschijnlijk te gevaarlijk. Ik meld hem dat ik er geen problemen ondervonden heb, en niemand me daar stopte.

Eerst bezoek ik Mandalay Fort wat tussen 66th en 88th street ligt in het kaarsrechte wegpatroon van de stad. Hier kan je een 10 usd ticket kopen om alle oude sites oostelijk van de Ayeyarwady (spreek uit Irawadi) rivier te bezoeken. Het is me gelukt om hen een 100 usd met “cb” nummer te geven en 90 “goede” usd terug te krijgen. Het Royal Palace bevindt zich in Mandalay Fort. Koning Mindon Min gaf opdracht tot de bouw ervan in 1857. De muren van de omwalling zijn 8 meter hoog en 3 meter dik aan de basis en 1,5 meter aan de top. Elk van de vier zijden is twee km lang. De grachten eromheen zijn 70 meter breed en 3 meter diep. De Japanners bezetten het fort in 1942. Op 20 maart 1945 vatte het vuur tijdens hevige gevechten tussen de Japanse bezetter en oprukkende Britse en Indische troepen. Het hele paleis brandde uit. Het Burmese leger heeft nu opnieuw zen intrek genomen in het fort en het paleis is heropgebouwd. 
Toeristen kunnen enkel via de oostelijke ingang het fort inkomen en moeten op de weg blijven die lijnrecht naar het paleis loopt, waar je een rondje omheen kunt maken. Verder Noord-, Zuid- of Westwaarts is “restricted area”.
Dat is natuurlijk juist het interessantste, dus zijn we een beetje ondeugend en gaan toch een kijkje nemen. Tot men verbazing raak ik vrij ver; enkele soldaten groeten me zelfs vriendelijk, maar nog voor ik aan de westkant van het fort ben snijdt en jeep me de pas af en beveelt me terug te keren. 
Van Mandalay Fort rij ik naar het +/- 25 km zuidwestelijk gelegen Sagaing (spreek uit Sagai). Sagaing functioneerde als hoofdstad van een onafhankelijk Shan koninkrijk van +/- 1315 tot 1364 en van 1760 tot 1762. Een heuvel bezaaid met stupas aan de westelijke oever van de Ayeyarwady domineert de omgeving. De westelijke oever, daar heb ik geen ticket voor, maar de vrouw in het hokje stelt me voor om haar 1.500 Kyat te betalen ipv de 5 usd (+/- 5.000 Kyat) die een ticket me zou kosten.
Zoiets kunnen we natuurlijk appreciëren. Een criminele overheid in ’t zak zetten ten voordele van een individu is altijd goed. En als ze dit 10 keer per dag kan doen … dat is een maandloon hier in Myanmar.
De twee oevers staan in verbinding met elkaar door de Inwa brug, de oudste overspanning van de Ayeyarwady en tot 1998 ook de enige. Ze werd er door de Engelsen in 1934 gelegd. In 1942 werd ze gedeeltelijk door diezelfde Britten opgeblazen om de oprukkende Japanners tot stilstand te brengen. In 1954 werd de brug opnieuw in gebruik genomen. Vanwege het strategische belang is het nemen van foto’s van of vanop de brug verboden.
‘k Heb er toch eentje hoor 😉
Als je over de brug gefietst bent kom je in het plaatsje Inwa, voorheen gekend onder de naam Ava. Het plaatsje fungeerde vanaf 1364 tot 1841 verschillende malen als hoofdstad van het Burmaanse koninkrijk. In 1841 kreeg het enkele kilometer verderop gelegen stadje Amarapura deze eer toebedeeld.
Toen de Britten zuidelijk Myanmar bezetten stond noordelijk Myanmar gekend als het Ava Kingdom. De Britten waren zeer lovend over gezag, orde en beschaving in het rijk dat op een niveau stond waar de meeste Europese naties voor onder moesten doen. Inwa is de leukste van de drie oude hoofdsteden om door te fietsen. Op weg naar het plaatsje schoot wel nog eens een hele dike vette en lange slang voor me de baan over.

08burma1 062

08burma1 078

08burma1 082

08burma1 084

08burma1 093

08burma1 094

08burma1 097

08burma1 098

Donderdag 21/10/04
————————–
Met een trishaw, dat is een fiets waar rechts van de bestuurder rug aan rug twee passagiers kunnen zitten, laat ik me tot aan de voet van Mandalay Hill brengen. Twee grote stenen leeuwen bewaken de oostelijke hoofdingang. Na een klim van uurtje ben ik boven op de heuvel. Van hieruit heb je een mooi zicht op de stad met het immense fort in het hartje ervan en de omliggende vlakte waardoor de gigantische Ayeyarawady stroomt.

In de late namiddag rij ik naar Amalapura, zo‚n 12 km ten zuiden van Mandalay. Amalapura betekent “City of Immortality” en was hoofdstad van 1783 tot 1823 en van 1841 tot 1857 toen de Mandalay hoofdstad werd. De eerste Britse ambassade in Burma vestigde zich inAmalapura in 1795. De spectaculairste bezienswaardigheid in Amalapura is de U-Bein brug. Deze 1,2 km lange brug is de langste teakhouten brug ter wereld. Ze werd geconstrueerd met het hout van het verlaten paleis van Inwa. De brug staat op 1086 pilaren. Met de bouw ervan werd begonnen in 1849 en de brug was af in 1851.
Ik huur een bootje voor 2.500 Kyat en ga eerst met de schipper enkele temples aan de overzijde van het meer bekijken. Later zagen we de aller-allermooiste zonsondergang vanop het vlakke water. Die gammele, kromme, houten brug in de rode avondgloed waarover monniken in hun bruine gewaden voortschrijden tussen de Burmezen gekleed in hun traditionele “Longhi” vaak met een oude fiets aan hun hand . Onwezenlijk. Een “mystieker”, “Oostelijker” tafereel kan je je nauwelijks inbeelden.

08burma1 165

08burma1 171

08burma1 225

08burma1 229

Vrijdag 22/10/04: Mandalay – Hsipaw (bus)
——————————————–
Om 7 uur neem ik de bus naar Hsipaw (spreek uit Siepow). Dit is een klein dorpje in het noorden van de bergachtige Shan-staat (de fiets laat ik met een gerust gemoed achter in het guesthouse, waar ik speciaal een kamer voor hem huur). Voor vertrek moet ik bij het kantoortje van de busmaatschappij wederom men naam en alle gegevens in een boek schrijven. Ook bij een bezoek aan de historische sites moet je dit doen. Zo heb ik de laatste dagen al als Bart Wellens, Ayrton Senna en Art Garfunkel rondgereisd.
De rit is een beproeving voor de zenuwen. Het was de “veggie-bus”. De ramen kunnen niet meer naar boven of beneden, de deur zijn ze waarschijnlijk al jaren terug verloren, veel, veel te veel passagiers, Ik kon me nog een plaatsje op de voorste rij bemachtigen, dus had nog een beetje beenruimte. Onder je voeten wordt tot de hoogte van je stoel groenten geschoven, dus je zit met je benen in je nek. Het gangpad ligt vol aardappelen, nog meer groenten, rieten manden met (levende) kippen en daarbovenop mensen. Dat is allemaal niets, maar .. ze blijven betelnoot kauwen en rode rochels spuugen. Op de vloer van de bus, op de groenten, de aardappelen, op jou als je niet uitkijkt. Velen van hen houden een klein doorschijnend plastic zakje vast waarin ze de hele tijd spuwen. Naarmate de rit vordert zit dat bomvol met een vieze, bloedrode brij en ze hebben er geen probleem mee dat zakje op enkele cm van je hoofd te laten bengelen en het verder te vullen.

De bus heeft stukken (het verbaast me telkens dat ze ze überhaupt nog aan de praat krijgen) en in Kyaunme moeten we allemaal op een andere, kleinere bus overstappen. Na negen lange uren arriveer ik in het 150 km verderop gelegen Hsipaw.
In het guesthouse raak ik aan de praat met twee sympathieke Fransen, Johan en Maude, die ergens tussen Lyon en de Zwitserse grens wonen. Ze vragen of ik iets van de politieke situatie vernomen heb. De eerste minister zou gearresteerd zijn en er zou een uitgaansverbod van kracht zijn in Yangon. Het is het eerste wat ik ervan hoor.

We gaan samen naar het Shan paleis dat in het dorp gelegen is. Eigenlijk is het meer een vervallen villa dan een paleis. Mr. Donald, de neef van de laatste Shan prins woont er nu, maar was afwezig (op bezoek bij zijn vader in Nyaungswe). Zijn vrouw ontving ons heel hartelijk. Beiden zijn gekend als een van de enigen in het land die openlijk de regering bekritiseren. Het feit dat ze zoveel buitenlandse contacten hebben “beschermt” hen een beetje. Bij een eventueel verdwijnen zou dit niet onopgemerkt voorbij gaan.
De vrouw vertelt ons hoe de laatste Shan prins in 1962 door de militairen gearresteerd werd, en er sindsdien niets meer van hem gehoord is.
In het toenmalige Burma hadden de prinsen van de verschillende staten een grote macht. Ze wilden de dag erop een voorstel tot het vormen van een federatie indienen bij de regering. Dit zagen de militairen niet zitten, en zij namen de macht in handen. De laatste Shan prins was getrouwd met een Oostenrijkse, Inge Surgent, die hij op de universiteit in Amerika had leren kennen. Tot het moment dat zij met haar man voet aan wal zette in Yangon had ze geen idee dat ze met een prins getrouwd was. In een jaar tijd werd ze de taal meester en werd immense populair bij de bevolking. Ze schreef een boek over haar leven; “Twilight over Burma: My life as a Shan Princess”. Ze leeft momenteel, op gevorderde leeftijd, samen met haar tweede echtgenoot in Amerika.
Wederom heel indrukwekkend om hier rond te lopen en te beseffen wat zich hier allemaal afgespeeld heeft. Op foto’s zien we de prins en zijn vrouw in dezelfde kamer als waar wij ons nu bevinden.

08burma1 260

Zaterdag 23/10/04
———————
Samen met Johan en Maude heb ik een boottocht geboekt. Er blijken ook nog een Australisch koppel in het guesthouse te zijn, Joelle en Steve en een Israelisch ( ? & ? ) die ook meegaan. Met een van die typische Aziatische lange motorboten varen we een eind de jungle in waar we een geïsoleerde monastery bezoeken. Onze gids legt ons uit dat elke man drie keer in z’n leven monnik moet worden.
De eerste keer voor zijn moeder, om haar dichter bij het Nirvana te brengen. Dit dient hij te doen tussen zijn vierde levensjaar (of vroeger indien hij zelfstandig kan lopen, eten, praten, ) en zijn twintigste. De duur van het verblijf hangt een beetje van jezelf af. Onze gids deed het niet zo graag en was slechts een week monnik (amai die moeder en haar Nirvana).
De tweede keer gaat een man naar de monastery voor zijn familie (vrouw en kinderen). Meestel doet hij dit ergens tussen zijn dertigste en zijn veertigste.
Een derde keer gaat hij voor zichzelf, voor een gunstiger volgende leven.
We leren dat je als vrouw niet rechtstreeks naar het Nirvana kan (geen paniek, je kan als man terugkomen, maar je moet wel heel hard je best doen ! ), dat homo‚s van een leven uit de hel terugkomen waar ze gespiest werden en nog veel meer leuke verhalen.
We eten later op de dag in een klein dorpje midden in de jungle en komen laat in de middag terug in Hsipaw aan
Samen met Maude, Johan, Steve en Joëlle ga ik iets eten bij een Shan-Chinees waar we later ook nog Myanmar Beer drinken.
We horen hier dat er een heuse staatsgreep zou geweest zijn. Ik vraag me af wat er hier nog gegrepen kan worden door wie.
Twee rivaliserende groepen binnen het leger misschien ? Het fijne zullen we wel niet te weten komen, wie zou het ons vertellen ?
Het is vandaag Liverpool-Charlton, en je kan gaan kijken in de plaatselijke cinema voor 150 Kyat (= 15 Euocent). We mogen gratis binnen en het is een …. bizarre belevenis. De hele zaal, op eentje na, supportert voor Liverpool, maar die ene maakt evenveel lawaai als al de rest. Er wordt duchtig gedronken (rum door de locals, bier door ons) en gerookt in de cinema.
Ik denk dat Liverpool met 2 – 0 won.

08burma1 263

08burma1 266

08burma1 267

08burma1 273

Zondag 24/10/04: Hsipaw – Mandalay (trein)
———————————————
Ik ga terug naar Mandalay met de trein. De hoofdreden om naar Hsipaw te komen ligt namelijk tussen deze twee plaatsen, de Gokteik-viaduct over de gelijknamige gorge. Die was ik op de heenweg al doorgestoken met de bus, en ze is echt heel mooi; maar de brug.. daar kwam ik voor.
Om 8 uur sta ik aan het station en na voorlegging van mijn paspoort, het volledig overschrijven daarvan en betaling van twintig keer de prijs die locals betalen, maar dan in usd, kreeg ik een kaartje voor de first class.
Om 10u40 komt de trein, met meer dan twee uur vertraging, het stationnetje binnengereden. Dat was niet zo erg, want er valt hier heel wat te beleven en te zien met al die locals die hier handel drijven, eten, slapen & leven.

08burma1 280

Mijn kaartje vermeld stoel nr. 33.
Een “official” gaat met me mee om me naar mijn plaats te begeleiden. Een meisje wordt weggestuurd en het valt van haar gezicht af te lezen dat dat haar niet bevalt
Als de official weg is wissel ik met haar van plaats, zodat ze weer bij haar vriendinnetje kan zitten. Dit zorgt al gauw voor de nodige commotie als wat later een militair met een ticket geldig voor de stoel recht over me iemand anders voor zich vindt.
Ik zeg hem “nee, nee, ik zit goed hier, laat haar maar zitten”, maar dat was natuurlijk niet de bedoeling.
Mijn huidige overbuur moet plaats maken voor de militair, ik moet tenslotte in de gaten gehouden worden. Er mogen geen foto‚s genomen worden van het Gokteik viaduct (strategisch belang), maar daarvoor zit ik natuurlijk juist op deze trein.
In 1899 schreef Burma Railways een offerte uit voor de bouw van een brug over de Gokteik Gorge. De overbrugging hiervan was een immense project voor die tijd en kreeg wereldwijde aandacht. Pennsylvania Steel Co. kwam met een aanbod ver onder dat van haar concurrenten en met een ontwerp dat superieur was aan alle andere die ingediend werden.
De werken aan de brug begonnen in februari 1900 met hulp van Amerikaanse, Britse, Duitse en Burmaanse werkmannen. In December van hetzelfde jaar was de brug reeds klaar. Het was de tweede hoogste spoorbrug ter wereld. De brug is nu meer dan honderd jar oud en diende eigenlijk reed tientallen jaren geleden buiten gebruik gesteld te worden wegens een extreme vorm van metaalmoeheid. De Britse verzekeringspolis is reeds jaren geleden verlopen en de Burmese regering verzuimde de brug te onderhouden.
De trein, waarvan er één per dag in elke richting rijdt, gaat nu met minder dan een slakkengang over de brug om zoveel mogelijk “stress” te vermijden. Onder de brug is een militair kamp en omheen de brug liggen mijnen om ze te “beschermen”.
Ik zat natuurlijk niet op een waakhond te wachten die me ging beletten foto’s te maken van het viaduct. Ik liet hem al wat kennis maken met men “onrustige aard” door af en toe op wandel te gaan door de andere wagons (wat overigens heel interessant is), eens naar het toilet te gaan, eens uit de deur te gaan hangen,… Hij kan me toch niet altijd volgen he. Ik maakte dan maar eens een foto van hem, dat vond ie ook niet leuk. De brug was nu niet heel ver meer, dus ging ik maar weer op wandel, maar hij hield me in de gaten.
Dan maar naar het toilet, eruit en snel de andere kant op waar ik in een deurgat ging zitten met de benen naar buiten, een klein Shan-Burmeesje van een jaar of acht naast me een nog een paar achter me. Hier zit ik goed beschermd, dacht ik en die kinderen vonden het wel spannend toen ik een eerste foto maakte van de korte tunnel voor de brug. Eens uit de tunnel en bovenop de brug krijg ik een schitterend uitzicht over de Gokteik-Gorge en de diepte (ik denk 300 m) onder ons. Geen railing, enkel die metalen brugpeilers die die onmetelijke diepte onder je ingaan. Heel spectaculair ! Ik maak snel een foto en woeps .. twee mannen pakken me bij de schouder en bevelen me te stoppen “NO PICTURES !”. Ik zeg “Alee, please, just one .. like this …klik” (Yes, dat was een goeie !) Nu worden ze echt, echt kwaad en kan ik beter stoppen, want ik heb schrik dat ze anders men camera gaan afpakken.
Men vriend de soldaat (hij was officier vertelde hij me in heel gebroken Engels ervoor, maar wat weet ik van militaire rangen??) kwam erbij en onze relatie werd er niet beter op. Ik blijf nog een tijdje in het deurgat zitten, stap even uit in het volgende stationnetje en ga hem uiteindelijk terug gezelschap houden. In Nawnghkio stapt hij uit en krijg ik maar liefst drie van z’n collega’s in de plaats, pfffff. Wanneer we in Mandalay aankomen is het 00u30. Dat is 14uur om een afstand van 150 km te overbruggen. Maar het was wel heel interessant.
Ik heb spijtig genoeg enkel foto’s in high resolution, dus we zien wel of we iets op de website krijgen.

08burma1 294

Maandag 25/10/04
——————-
Na de lange treinrit van gisteren en het late uur waarop ik in bed lag, stel ik het vertrek uit Mandalay een dagje uit. Ik slaap uit en in de namiddag ga ik een kijkje nemen in de buurt van het station waar wat winkels en marktjes zijn. Ik koop een nieuw zonnebrilletje (heuse namaak Oakley voor 3 usd) omdat de vorige weeral gesneuveld was. Terwijl ik me de lelijkste sandalen aan het aanschaffen ben (iets wat niet zou misstaan in en Star Trek film, met plastic zilvergrijze bovenkant en fluogroene zolen) toen ik weer werd aangesproken door een man die veel te goed Engels spreekt om een gemiddelde Burmees te zijn, en die me al snel vraagt hoe ik op de ze markt verzeild geraak ben , waar ik naartoe ga, etc .. Houden ze je werkelijk overall in de gaten, of is het paranoia ?
Soit, ik ben trots op mijn sandalen.
Later in de namiddag tref ik Johan en Maude aan in het Royal Guesthouse en gaan we samen nog iets eten.

08burma1 295

Dinsdag 26/10/04: Mandalay – Myingyan (123 km)
—————————————————
Ik zit al om 6u15 op de fiets want ik weet niet echt goed wat de dag gaat brengen, maar het beloven veel fietskilometers te worden. Via 78th Street fiets ik Mandalay uit. Na een twintigtal kilometer kan je de hoofdbaan verlaten en via een klein weggetje richting Tada-u rijden. De weg is mooi en rustig met voornamelijk andere fietsers en ossenkarren die mensen of goederen vervoeren. Veel water en gouden stupas langs de baan maken het allemaal heel sfeervol. Voorbij Tada-u wordt de weg heel slecht. Een zandweg waar grote keien inliggen met de scherpe kant naar boven, alle kanten opwijzend. Ik hobbel voort tot in Myotha (70 km). Als je het dorp inrijdt moet je aan het enige kruispunt naar rechts. Vlak voor je 200 m verderop het dorp weer uitrijdt heb je aan de rechterkant een restaurantje (in het Engels aangegeven) waar ik verrassend lekker eten kreeg. Ik moet er niet uitgezien hebben, want ik kreeg een natte handdoek om me eerst op te frissen. En daarna nog een. Ze houden hier bij welke buitenlanders er in het dorp passeren. De laatste was in maart 2003. Ik was de zesde buitenlander sinds 2000.
En .. een koppel uit Schoten is mij voorgegaan. Verder waren er een Australisch, Zwitsers, Amerikaans en nog eens een Australisch koppel geweest.

In Myotha kan je niet slapen, dus rijd ik verder richting Myingyan. De weg blijft verschrikkelijk slecht. Lichaam en materiaal krijgen onophoudelijk verschrikkelijke klappen te verwerken. Regelmatig kruisen riviertjes de weg maar ik kan ze steeds zonder natte voeten te krijgen oversteken, soms wel met de onderkant van de derailleur door het water. Het is ongelooflijk wat de locals op hun fiets transporteren. Geiten, stenen, twee grote vaten pek, de hele familie, . De enige auto’s (Jeeps) die je ziet buiten taxi‚s zijn of van het leger, of zij die iets met het bestuur te maken hebben.
Ach ja .. dat was hetzelfde hier .

Water is moeilijk te vinden onderweg, dus inslaan waar je kan. Ik heb een keer ongefilterd putwater moeten nemen, maar heb er geen problemen van ondervonden. De zeldzame vrachtwagens die je langs deze weg tegenkomt leggen een film van rood stof en zwarte uitlaatgassen over je.

08burma1 296

08burma1 298

Na dik 120 km arriveer ik in Myingyan, een oninteressante stad. De eerste twee guesthouses in de stad zeggen volzet te zijn (of mogen geen buitenlanders nemen – enkel “licensed guesthouses” mogen dat). De plaatselijk trishawrijders weten ook geen andere slaapplaatsen, of begrijpen mijn vraag en gebaren niet. Ik fiets maar wat verder om het daar nogmaals te vragen en als ik een cafeetje met een bordje “cold coke” zie besluit ik daar men geluk te beproeven. Ze hadden geen coke, maar de eigenaar, een man van 82 jaar die heel goed Engels sprak (hij was leraar Engels geweest, had commentaar op de regering en wist verbazingwekkend genoeg alles over Clijsters en Henin) kede nog een plaatsje.
Het One Star Guesthouse, dat zou worden uitgebaat door een oud leerling van hem. Je neemt de eerste straat links voorbij de kloktoren en daar is het na +/- 300 m op je linkerkant. Het was een mooi plaatsje met enkele bungalows. Druk gediscusieer in het Burmees als ik me aanmeld. Ik maak me wat ongerust. Ze gaan me hier toch ook niet doorsturen ? Dit is tenslotte een plaats waar geen toeristen komen en dus buiten het gebied valt waar hotels en guesthouses automatisch buitenlanders te slapen mogen leggen. Blijkt dat alle bungalows al vol zitten maar ze kunnen me wel helpen. In de grote hangar waar tv gekeken wordt, brommers en een truck geparkeerd staan en drie bedden met enkel een houten plank en geen matras in een hoekje staan, kan ik slapen. Ze doen echt hun best en hangen lakens rond een van de bedden zodat ik toch een beetje privacy heb. Ik krijg zelfs een bamboomatje om op het bed (plank) te leggen. Enige tegenvaller is dat ik wel het volle tarief voor een bungalow moet betalen, maar goed. De nodige formulieren worden weer ingevuld.

Terwijl ik me aan het installeren ben komt een Burmees zich voorstellen. Hij zou hier ook logeren en vraagt of we samen iets gaan eten. We gaan naar een lokaal restaurantje. Hij vertelt dat hij in Kyoto (Japan) gestudeerd heeft en nu voor een firma in Yangon werkt die ook een filiaal in Myingyan heeft. Hij laat me een beetje in het ongewisse wat voor firma het is, en toont wederom enkel interesse in wat ik gedaan heb in Burma, wat ik van de mensen en het land vind, hoe de contacten met de locals zijn en waar ik naartoe ga en welke route ik wil nemen. Daar blijft hij over doorvragen. Ik probeer af te wijken en over andere landen te spreken, maar daar wil hij het niet over hebben.
Wanneer we terug wandelen naar het guesthouse stoppen we onderweg. Hij vraagt me even te wachten en gaat naar een achterin gelegen gebouw. Er staat een plakaat aan de ingang met Burmees opschrift. Het enige wat ik kan lezen is “VIP” ergens middenin de tekst. Hij komt terug en zegt dat zijn “bazen” juist zijn toegekomen en hij even iets moet bespreken (het is 21 uur en aardedonker). Ja, oke dan .. Ik wacht en al snel is hij terug. Zijn baas wil me graag ontmoeten. Vooruit dan maar. Een man van in de vijftig, met een militair aan weerszijden van hem voert een kort gesprek met me, vraagt me ook nog eens hoe ik reis, welke route ik volg, waarom ik zo (met de fiets) reis. Men tafelgenoot blijft nog even en ik wandel op mijn gemakje terug naar men slaapplaats. Ik hou in de gaten of hij later die avond nog terugkomt, maar zelfs om 23 uur nog geen beweging. Geen gast hier dus, die firma het leger ? Het plaatselijke filiaal .. de plaatselijke kazerne ? I don‚t know.

08burma1 304

08burma1 314

08burma1 318

08burma1 319

08burma1 332

Dinsdag 26/10/04: Myingyan – Nyaung U (74 km)
————————————————-
Ik blijf wat langer liggen (zie men tafelgenoot van gisteravond nog steeds niet) en ga ontbijten en een paar theetjes drinken bij die leraar Engels van gisteren.

Op naar Bagan nu. Iets buiten Myingyan splitst de weg. Links naar Meiktila, rechts naar Nyaung U (Bagan). De weg die naar Bagan leidt wordt al snel weer een barslechte “dirtroad” even “bumpy” als gisteren. Het is afzien. Vaak is de weg zo slechts dat ik niet sneller dan 10 – 12 km/u kan. Stof, uitlaatgassen, geen strookje schaduw . Het is zwaar. En mooi. Riviertjes moeten weer overgestoken worden, maar vaak ook is het zo droog dat je niet al fietsend door het losse zand kan. Je ziet het echte Burma. Mensen die zich wassen in riviertjes, weer veel ossenkarren, monniken, ook hier op het platteland alom tegenwoordig, boeren die met hun os het veld omploegen.

Wat is het heet. Ik bevind me in de hete, droge vlakte naast de Ayeyarawady rivier. In Yangon hadden ze me al gewaarschuwd dat de temperaturen hier vaak ondraaglijk hoog kunnen oplopen. De thermometer staat inderdaad in de verkeerde helft van de 30 graden in de schaduw. In de zon waar ik in fiets is het weer boven de 50 graden. Goed door elkaar geschud en opnieuw onder een dike laag rood-bruin stof arriveer ik in Nyaung-U. Voor je het dorp binnenrijdt, betaal je aan een wachtpost 10 usd inkom voor de Bagan-regio.
Nyaung-U heeft veel mooie guesthouses en restaurantjes. Heel veel toeristen zie je hier niet (de enkele die je ziet zijn bijna altijd of Frans of Duits), dus ook niet veel backpackers, maar op het hoekje van mijn straat zat er vanavond eentje van het ergste soort; zij die met een gitaar reizen. Ze voelen zich superieur onder hun soortgenoten, en gedragen zich dan ook als een soort opper-Jezus.
Naast hem zaten twee alternatieve trezen iets te neurieen.

08burma1 336

08burma1 341

08burma1 342

Woensdag 27 Zaterdag 30/10/04:
————————————
Enkele dagen Bagan, één van de meest wonderbaarlijke plaatsen in Zuid-oost Azië. Op een oppervlakte van slechts 40 km2 staan duizenden temples en stupa’s. Het is een grote vlakte, en als je op een van de tempels klimt is het echt een fan-tas-tisch uitzicht. Aan de ene kant de brede Ayeyarawady rivier en rondom je niets dan temples in de groene velden. Nog wat ossenkarren en locale boeren in hun lange rok maken het weer heel onwezenlijk. I

k huur twee dagen een Burmese fiets om tussen de temples te rijden omdat ik niet graag de mijne achterlaat als ik er eentje bezoek. En ik heb serieus moeten werken om de mijne weer een beetje toonbaar te maken na de ontberingen van twee fietsdagen tot hier. Zoveel stof en vuil, het leek wel of hij zes maanden op de bodem van ’t Scheldt gelegen had.
De 28ste oktober loop ik bij het ontbijt Steve en Joelle terug tegen het lijf, het Australische koppel dat ik in Hsipaw leerde kennen. Het is het volle maan en ze hielden het jaarlijkse Festival of Light in de Schwezigon Paya hier in Nyaung-U. Samen met Steve en Joelle ga ik er naartoe. Een ongelooflijk zicht. Die grote gouden stupa in de vorm van een klok, verlicht door, de ene zegt duizend, de andere drieduizend kaarsen. Veel vuurwerk, kleine luchtballonnen met een kaars in die opgelaten worden. En al die boeddhisten die met de wijzers van de klok om de stupa lopen. Laat op de avond eten we lekker in een Indisch restaurantje. De avonden erna ga ik nog naar zonsondergangen kijken vanop de Minglazedi stupa, vlak naast de Ayeyarawady, van waarop je de zon mooi in de er achter liggende heuvels ziet ondergaan; en vanop de Schwesandan Paya die middenin de Bagan vlakte ligt en je een heel mystiek beeld krijgt met al die tempels bij zonsondergang. In een van de tempels zie ik nog een man met een van die reuzegrote sigaren waar Burma beroemd voor is.

08burma1 356

08burma1 357

08burma1 364

08burma1 367

08burma1 448

08burma1 384

08burma1 423

08burma1 425

De laatste avond in Bagan ga ik bij een Nepalees heel lekker eten. Ik leef hier +/- vegetarisch (wel vis), m.u.v. af en toe een goeie Big-Mac. Nu zondig ik twee maal in een paar dagen tijd. Eerder al een spagethi bolognaise in Mandalay omdat ik daar zin in had en vanavond opnieuw. Eerst krijg ik een voorgerechtje op op basis van tofu met een lekker dipsausje en daarna een heerlijke pompoensoep en als hoofdgerecht lam met groentjes, pikante currysaus, rijst en chapatti (Indisch brood). En natuurlijk een Myanmar Beer. Het was superlekker en de eigenaar vroeg om wat reclame voor hem te maken. Allen naar zijn restaurantje “Wonderfultaste” (ja, in een woord) in Nyaung-U.

Op de terugweg naar men hotelletje zat die gitarist weer op de hoek van men straat. Deze keer had hij een breder publiek, zelfs “ne grote mens” met een baard. Ze zaten rond hem en zongen een lied. Brrrrrrrr Nonkel Bob in Birma…

08burma1 474

08burma1 453

08burma1 457

08burma1 460

08burma1 461

08burma1 462

08burma1 465

08burma1 471

Zondag 31/10/04: Nyaung-U – Mount Popa – Kyaukpadaung (70 km)
—————————————————————–
We moeten wel wat opschieten als ik nog naar Inle Lake wil en terug naar Yangon wil fietsen. Ik wilde vroeg vertrekken vandaag want eerst fiets ik naar Mount Popa, en ik zou dat klimmetje graag doen voor de grote middaghitte.
Een Amerikaan komt nog een praatje met me maken net als ik door wil rijden. Hij zou ook willen fietsen in Thailand. Hij maakte zelfs foto’s van mijn fiets, zodat hij kon zien wat hij nodig had ..
Als ik Nyaung-U uitrij zie ik zeker honderd monniken, allemaal netjes op een rij achter elkaar lopend op bedelronde. Zoveel tesamen had ik er nog nooit gezien. De wegen zijn hier veel beter dan wat ik de voorbije dagen had en het landschap wordt stilaan ook groener en vriendelijker.
Onderweg stop ik en zie hoe een familie met behulp van een os die rondjes loopt pinda’s maalt voor de olie, hoe ze kokosnoten uit de bomen halen en er suiker van maken of wijn of er sterke drank van stoken.

08burma1 498

08burma1 503

Ik krijg problemen met het schakelen en trap steeds door bij het veranderen van versnelling. Ik draai terug wat aan die kabel aan de derailleur; in Indonesië hielp dat maar nu wordt het alleen maar erger. Als ik naar de achterste tandwielen kijk terwijl ik fiets lijkt het alsof die “paraplu” meedraaien op de achteras. Ik stop nogmaals om de kabel eens naar de andere kant bij te draaien en oeps . Schrik als ik eens tegen de tandwielen duw en deze bijna tot in men achterwiel kan duwen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Ik laat de fiets af, demonteer het achterwiel en de tandwielen + casette vallen er zo af. De ring die de tandwielen moest vasthouden is volledig losgekomen. Dat zal wel een gevolg zijn van die twee dagen hotsen en botsen naar Bagan. Ik heb geen sleutel bij me om dit terug vast te zetten, maar doe het met de hand, en een paar zachte tikken met een tournavies zo goed en zo kwaad als het kan. Bij een vriendelijke Burmese familie aan de andere kant van de straat mag ik men handen wassen. We verliezen wel wat tijd op deze manier. De weg is rustig, dus een muziekje kan wel en in het heel aangename gezelschap van Dido begin ik aan de klim naar Mount Popa, Home of The Gods.

08burma1 511

08burma1 522

Mount popa wordt wel eens de Mt. Olympus van Myanmar genoemd en is de thuishaven van’s lands belangrijkste Nats (geesten). Mt. Popa is slechts 740 meter hoog, dus een kort klimmetje. Vanuit het gelijknamige dorp kan je naar de top klimmen waar een monastery, stupa’s en geesteshuisjes voor de Nats staan. Uitkijken onderweg voor de aapjes die weer wat graag je zonnebril, petje of bandana stelen. Ik koop er van enkele nonnetjes (steeds in fel roze gekleed in Burma) twee “Popa steentjes”. Dit zijn kleine steentjes, met blijkbaar een ander steentje erin. Het rammelt in ieder geval en zou geluk moeten brengen. Wil je in Mt. Popa slapen dan is er (in tegenstelling tot wat de reisbijbel Lonely Planet vermeld) wel een betaalbaar alternatief voor het Mount Popa Resort (200 usd / nacht), nl. het Zayatheing Hotel, iets voor het resort als je uit de richting van Bagan komt.

08burma1 528

08burma1 525

08burma1 535

08burma1 545

Van Mount Popa is het nog 14 km naar Kyaukpadaung (spreek uit Chaupadang).
Juist voorbij het kruispunt als ik het stadje inrij kan ik een straatje naar rechts nemen waar een guesthouse staat aangegeven, maar dat geen foreigners te slapen mag leggen. Dat is niets, want het ziet er niet uit. Enkele tientallen meter verder op de hoofdweg is er nog een guesthouse. Hier heb ik niet gecheckt want moest ik ze hebben, zou ik er men duiven zelfs niet willen laten overnachten. Niemand spreekt hier Engels en als ik naar “guesthouse” of “hotel” vraag, word ik steeds terug verwezen naar de twee bovenstaande gelegenheden. Nu heb ik al gemerkt dat Burmezen vaak niet weten wat zich een kilometer verderop in hun dorp bevindt dus rij ik door en check daar ook eens. Na heel veel pogingen en nog meer gebarentaal (de twee handjes achter je oor lijken me toch vrij universeel te zijn maar ) sturen ze me naar het Tatitek hotel (zo wordt het uitgesproken, er is geen Engels uithangbord). Het ziet er veel beter uit dan de twee andere gelegenheden. De vrouw die het uitbaat spreekt gelukkig redelijk Engels. Ze wil me graag helpen, maar legt uit dat er in Kyaukpadaung geen hotels of guesthouses zijn die een licentie hebben om buitenlanders te slapen te leggen maar ze gaat een uitzondering vragen bij de locale immigratie officer.

Wanneer ze telefoneert dringen deze erop aan dat ik de bus neem naar Meiktila, of terugrij naar Mount Popa waar gelegenheden voor buitenlanders zijn. Maar terugkeren wil ik niet, ik ben juist tot hier gereden om de afstand van morgen overbrugbaar te maken, en de bus naar Meiktila wil ik ook niet nemen, ik wil dat stuk juist fietsen. Uiteindelijk krijg ik toestemming. De vrouw zegt dat ik geluk heb, want dat er soms ook geen toestemming gegeven wordt. Ik moet het boek invullen en zie dat de laatste buitenlander hier overnachtte in januari van dit jaar; een Japanner.
Tatitek vind je als je in Kyaukpadaung doorrijdt tot aan het ronde punt waar je links naar Meiktila moet afslaan. Je gaat die richting uit en dan is het het derde straatje op je linkerkant (+/- 200 m na het ronde punt) juist tegenover een tempel met groen dak. Helemaal in het begin van dit straatje aan de rechterkant is het hotel. De badkamer is vrij smerig, maar de kamers en bedden zijn ok.

08burma1 571

08burma1 574

Maandag 01/11/04: Kyaukpadaung – Meiktila – Thazi (122 km)
————————————————————-
Wederom een lange rit voor de boeg, en dus om 6 uur uit bed en om 7 uur in het zadel. Vandaag rij ik door het binnenland van Myanmar van west naar oost. Eerst is het heuvelachtig, later golvend. Om 9 uur heb ik er al dik 40 km opzitten en tracteer mezelf op een star colaatje (+/- 20 Eurocent hier !).
Ik zit nog geen half uurtje terug op de fiets als plots een luide krak en alles onder me blokkeert. De ketting zit vast in de derailleur. Verd*/!%*. Ik kan een beetje terugpeddelen en zie dat een van de schakels helemaal openstaat en de ketting juist nog niet gebroken is. Ik heb geen keuze, dus laad een van de zakken leeg en neem men gerief om de ketting los te maken. Gelukkig komt een vriendelijke Burmees me een beetje helpen. Ik haal de kapotte schakel er tussenuit en de ketting gaat terug om de tandwielen. Dit werkt maar alles ratelt en ik kan niet alle versnellingen gebruiken. 47 km later en met 99 km op de teller kom ik in Meiktila, een plaatsje waar de noord-zuid en de oost-west verbindingen elkaar kruisen. Het is 13 uur dus ik ga eerst iets eten en dan zie ik wel of ik verder rij. Er stopt ook een minibusje aan het restaurantje met Franse toeristen die een georganiseerde “adventure” trip bij Nomad geboekt hebben. Ze vinden het onvoorstelbaar dat iemand de afstand Kyaukpadaung – Meiktila gefietst heeft op een voormiddag en vragen of ze een foto van me mogen nemen.

08burma1 581

Ik rij nog rustig verder naar het 24 km verderop gelegen Thazi, om de zware rit van morgen doenbaar te maken. Ik koop een liter diesel om de tandwielen te kuisen en leg er een nieuwe ketting op die ik gelukkig nog gekocht had in Bangkok. Alles is weer kraakschoon nu, zonde om het morgen weer smerig te maken op die stoffige wegen. Gewoon maar hopen dat ik zonder stukken de rest van Burma doorkom. Ik heb alvast geen reserveketting meer.
’s Avonds geraak ik nog aan de praat met de eigenaar van het guesthouse. Hij vertelt me dat er gisteren een auteur van de Lonely Planet bij hem overnachtte. Hij geeft me ook oude bankbiljetten van 15, 25, 45 en 90 Kyat en zelfs oude muntstukken met de afbeelding van de vader van Aung San Suu Kyi ! Het is zowizo verboden om Burmees geld uit het land te brengen, dus dit zullen ze zeker niet graag hebben. Maar … collectorsitem, dus . Ik geef hem men laatste euromuntjes waar hij heel blij mee is.

Dinsdag 02/11/04: Thazi – Kalaw (99 km)
——————————————–
Een zware dag voor de boeg. De eerste kilometers rij ik weer door een pittoresk vlak land met rijstvelden, palmbomen, veel water, een spoorlijn en veel Burmezen op de fiets en brommer. Na 23 kilometer krijg je de eerste heuvels voorgeschoteld. Ik vind dat de ketting toch nog steeds een raar geluid maakt beneden me. Als ik stop om te checken
……… oeps …. foutje, ik heb de ketting achter een verkeerd “haakje” laten lopen onderin de derailleur. Hmmm, heel dom, misschien zou ik dit beter niet vertellen. Ik rij nog een beetje verder want ik zie wat bebouwing onder me. Het blijkt een theeshopje te zijn waar enkele lokale truckers een stop nemen. De zoon des huizes komt een handje helpen, en na een half uurtje zet ik men tocht verder. Rond de middag komen zowaar twee andere fietsers me tegemoet gereden. Een Duits koppeltje, Katja en Marco doen de rit in omgekeerde richting. We blijven een uurtje met elkaar babbelen, wisselen wat ervaringen uit, maar ze blijven me toch een beetje gek verklaren dat ik werkelijk de beklimming naar Kalaw met de fiets wil doen. Reparaties, babbeltjes …. het is ondertussen 13 uur voorbij en ik heb nog maar 40 km afgelegd. Even serieus doortrappen want om 18 uur wordt het onherroepelijk stikdonker in deze streek.

08burma1 598

Ik zit juist in een stukje afdaling als een auto me tegemoet komt gereden. Zoals steeds in Azië ben jij op de fiets degene die plaats moet maken, alleen ….deze keer loopt het mis. ik heb een beetje snelheid, de weg is superslecht, een gravelweg, veel losse steentjes, putten en….. men eerste crash ! Ik knal goed tegen de grond, maar schuif gelukkig richting berm, naast de auto. Het is vreemd, maar reeds voor je tegen de grond ligt lijk je de pijn al te voelen. Gelukkig droeg ik men handschoenen en is met de handen alles in orde. Ik hou er wel schaafwonden aan men rechteronderbeen en rechterelleboog aan over en een serieus gezwollen en bloedende rechterelleboog en linkerelleboog. En wat krassen aan de fiets en zakken. Ondanks dit alles lijk ik toch in een goede fietsmode te zijn, want ik blijf zin hebben om verder te gaan. Ik heb er ondertussen 63 km opzitten, en krijg honger, dorst, maar kom niets tegen. In het enige restaurantje aan de rechterkant van de weg na zo een 70 km ligt een meisje te slapen, maar ze gebaart dat ze geen eten kan maken, en het lijkt me dat dat daar de laatste jaren inderdaad niet gebeurt is. Dit is vervelend, want er volgt een serieuze klim.
In een winkeltje een beetje verderop helpt een vriendelijk koppeltje me, en ze maken een (superpikante) noodlesoep voor me. Na iets meer dan 70 km begint de klim naar het meer dan 1300 m hoog gelegen bergdorp Kalaw. Een klim waar ze me in het guesthouse in Thazi bang voor gemaakt hadden. Op internet had ik een verslag van enkele Australische fietsers gelezen die deze rit met de bus deden. Zij schreven “The road up to Kalaw would be extremely challenging on a bike. Very rough surface, mostly narrow and loads of buses, trucks and steep drop-offs. Beautiful though”. Wel, dit omschrijft het inderdaad ongeveer. De +/- 25 kilometer lange klim is niet zo stijl, ik kon de hele tijd op het middelste voorblad blijven, maar wat hem echt zwaar maakt is de staat van de weg. Deze is smal en in een extreem slechte staat. Stof, keien, hele diepe putten en trucks en bussen die voor niets of niemand uit de weg gaan en zwarte, giftige wolken uitbraken. Voeg daar nog wat hete temperaturen en geen bescherming van bomen voor de zon aan toe, en slechts een bevoorradingspunt onderweg, en ja …… dit is een zware klim. Zeker na reparaties en valpartijen.

De uitzichten onderweg zijn echter heel mooi, en als je even geen verkeer hebt is het genieten geblazen. En een goed gevoel als je boven bent. De fiets zag er weer even erbarmelijk uit als enkele dagen geleden, net als ik. In het hotel duwden ze me onmiddellijk de douche in. Daar merkte ik dat ik ook een trek aan men heup of bekken moet gekregen hebben, want ook daar steekt pijn de kop op. Ik was de wonden wat uit en verwen mezelf met een lekker dinertje bij een Nepalees. Ik kom enkele van de Fransen tegen, en nu begrijpen ze het helemaal niet meer, dat ik daar ben met men fietsje.

Woensdag 03/11/04: Kalaw – Nyaungshwe (70 km)
——————————————————
Nog een zware klim van een kilometertje en je bent het dorp uit en een mooie afdaling volgt. Ik rij door een mooie vallei, kruis regelmatig de spoorlijn die naar het oosten voert, klim opnieuw de bergen in en daal af richting Inle lake. Dit is, samen met Bagan en Mandalay één van de stops waar de meeste andere toeristen komen.
Terecht, want het meer is prachtig gelegen op zo’n 700 meter hoogte. Het meest frapante hier is de manier waarop ze hier roeien in hun kleine bootjes. Ze plaatsen de lange roeispaan achter hun heup, en doen de beweging met hun been. Ik verblijf in het Teakwood Guesthouse, waar ze echt prachtige nieuwe kamers hebben voor 10 usd. Het is hier zo mooi dat ik besluit enkele dagen te blijven en van de omgeving te genieten in plaats van snel snel te vertrekken om toch maar de route terug tot Yangon te kunnen fietsen.

08burma1 620

08burma1 641

Donderdag 04/11/01 – Maandag 08/11/04: Nyaungshwe
———————————————————-
Ik rij met de fiets zo ver als mogelijk omheen de westzijde van het meer, ik rij eens de bergen in, waar ik stop in een van die kleine typische theeshopjes. Ik zit op een van die babykrukjes die ze hier steeds hebben en luister naar de typische Myanmar muziek. Hier worden alle grote westerse hits door Burmezen, in het Burmaans gezongen. Of het nu Barbara Strijkplank of The Supremes zijn, ze hebben hun eigen versie.
Ik besluit om ze een beetje kennis te laten maken met één van de betere dingen van de westerse wereld en geef ze een Madonna cd-tje dat ik bijhad voor onderweg en ……. ze vinden het schitterend. Ook hier hebben ze een installatie die weer veel te luid kan, dus al gauw staat het hele dorp in het kleine zaakje en ……. Madonna is een hit hier, geloof me.
Het meest van dit cd-tje heb ik dubbel bij me op een Best off, dus ik zeg dat ze deze mogen houden, en ik krijg bij men theetje en nog wat snackjes voor onderweg gratis van hen. Als je in de toekomst dus een Burmees “Material Girl” hoort neuriën op zen velooke, dan weet je waar het vandaan komt.

De volgende dag ga ik met een kano het meer op, samen met mijn gids, een dikke Burmese vrouw. We bezoeken een klooster waar ik met een monnik van 83 spreek die sinds een paar weken in de monastery is omdat hij niet wist wat anders te doen en ik zie weer een prachtige zonsondergang over het Inle Lake.

08burma1 658

08burma1 669

08burma1 688

08burma1 689

Een andere dag wil ik met een motorboot de andere uithoeken van het meer zien. De madam van het guesthouse waar ik deze trip bij geboekt had zei dat ……. er een auteur van de Lonely Planet in het guesthouse was en die graag samen met mij de trip wilde doen. Zucht … als ik nu mijnen hemel nog niet verdient heb ….. Goed, we gaan dus samen op stap. Michael Grosberg, een Amerikaan uit New York is dus aan een update aan de Myanmar gids van Lonely Planet bezig.

We moeten ons eerst registreren en “inkom” betalen voor het meer. Dat ze aannemen dat ik Tina Turner heet, tot daar aan toe, maar ik mag aannemen dat de geboortedatum 1941 misschien wel die van Tina benadert, maar toch duidelijk de mijne niet zou mogen zijn ….Samen varen we tot aan oude, typische drijvende Shan dorpjes waar kledij nog op oude wijze gespind en geweven wordt, sigaren gemaakt worden en de jumping Cat Monastry. Hier hebben de monikken hun katten trukjes geleerd en springen ze door hoepels, over stokken, etc … De monikken waar juist aan het lunchen, en ik vond het nu niet echt nodig een uur te wachten om dit te zien. We varen verder en de scenery is ……. om stil van te worden. Op de terugweg krijgt de boot panne (wat had je gedacht …) Het wordt laat, en het voordeel is dat we weer zonsondergang zien, vanop een ander plaatsje op het meer nu. Het wordt koud, en onze Lonely Planet auteur was slecht voorbereid en had zen jasje niet bij. Om 19 uur zijn we terug in Nyaungshwe en neem ik hem mee naar een heel goed restaurantje waar ik de laatste dagen een paar gegeten heb, en wat nog niet in zijn gidsje stond. Ik geef hem nog enkele tips voor Mandalay en Hsipaw, en hij mij voor Yangon.

08burma1 694

08burma1 695

08burma1 698

08burma1 702

08burma1 710

08burma1 711

08burma1 724

08burma1 731

08burma1 736

08burma1 744

08burma1 757

08burma1 758

08burma1 759

08burma1 761

08burma1 762

08burma1 766

08burma1 769

08burma1 774

08burma1 776

08burma1 778

08burma1 779

08burma1 784

Dinsdag 09/11/04: Nyaungshwe – Yangon (bus)
————————————————
Om 12 uur neem ik de bus naar Yangon. ik heb wederom de hele achterbank moeten kopen, maar daar was veel voetruimte deze keer zodat ik de fiets op de grond kon zetten, en ik de bank had om te liggen, zo bracht het toch nog iets op. De busrit naar Yangon heeft een voorziene tijdsduur van …….18 uur.
Er zitten nog twee blanke toeristen vooraan in de bus.

08burma1 789

08burma1 790

08burma1 792

08burma1 796

08burma1 799

Woensdag 10/11/04: Yangon
——————————
Om 8 uur arriveren we met slechts twee uur vertraging. We hebben midden in de nacht een lekke band gehad, en natuurlijk werden we weer om de zoveel uur uitgelaten, dus slapen zat er niet echt in. Ik heb in het Teakwood Guesthouse de tip gekregen om naar het Kaung Lay Inn hotel in Yangon te gaan, wat ik deed en …. ook schitterend mooi hotel. Juist geopend en ze doen echt hun best.
Ik denk dat het dezelfde eigenaar is als Teakwood, want ze hebben dezelfde dekens en zeepjes. Maar echt de moeite, voor 12 usd een kamer waar je in Europa minstens het tienvoudige voor betaalt.
Het hotel bevindt zich op No 75, Moe Ma Kha Lane, Bahan Township, Ynagon – tel 095-1-548167. Echt de moeite. Ik geniet een beetje van mijn bed, na eerst een lekkere warme douche genomen te hebben, en fiets later die dag nog wat rond in de hoofdstad.

Donderdag 11/11/01: Yangon
——————————-
Vandaag bezoek ik de de Shwedagon pagoda, de grootste pagoda ter wereld. Volledig in goud, onwaarschijnlijk hoe je hem ziet blinken van zowat elke plaats in de stad.
Voor veel Burmezen is het een levensdoel hier minstens een keer te komen. Ik breng hier zeker vijf uur door, rondkijken in de vele kleine tempeltjes en pagoda’s rond die ene grote, kijkend naar die stroom mensen die rond de Shwedagon loopt, de winkeltjes langs de trappen er naartoe. Een must voor wie naar Myanmar komt.

08burma1 803

08burma1 806

08burma1 821

08burma1 826

08burma1 861

08burma1 863

08burma1 869

08burma1 878

08burma1 879

08burma1 892

08burma1 897

Vrijdag 12/11/04: Yangon
—————————-
In de late voormiddag verhuis ik naar Daddy’s home, het hotelletje waar ik men eerste dag logeerde. Ik moet wel, want hier staat men fietsdoos die ik nodig heb om die fiets in te pakken om te vliegen. Tegen men zin want dit is niet echt hetzelfde als waar ik de voorbije dagen sliep, en dat voor een prijsverschil van amper 5 usd.
De doos hadden ze nog, dus dat was een meevaller.
De Fransman was er ook nog. Hij had een job gevonden. Als ik hem vraag wat zijn oogappel daarvan vindt dan ….. antwoordt hij me dat hij het er nog niet met haar over gehad heeft. Hij durft niet. De rest van de dag rij ik een beetje rond, eet lekker maak de fiets goed proper en pak hem in. Ik heb 902 km gefietst in Myanmar.

08burma1 923

08burma1 953

Zaterdag 13/11/04: Yangon – Bangkok (vliegtuig
————————————————–
Twee uur voor men vlucht vertrekt ben ik op de luchthaven en ik heb wederom geluk, en moet niet betalen voor overgewicht van de bagage. De vlucht met Phuket Airlines verloopt weer perfect, de stewards en stewardessen zijn weer supervriendelijk en attent. De maatschappij gaat beginnen met vluchten tussen Amsterdam en Thailand, en is een dikke aanrader. De fiets komt onbeschadigd toe in Bangkok. Ik wil hem graag achterlaten bij de left luggage, maar als ik zie hoe vol die is, en hoe alles op een hoop gegooid wordt, besluit ik om de doos maar mee over en weer naar het hotel te nemen. In Bangkok ga ik wat rondkijken in de MBK, eet er lekkere en weeral supergoedkope sushi, koop nog een nieuw t-shirtje en stuur een doos met boeken en andere dingen die ik niet meer nodig heb naar huis.

We zijn zes maanden onderweg en:
– gefietste kilometer: 4.760km
– lekke banden: 0
– versleten remblokjes: 1 set, achteraan
– versleten kettingen: 2
– andere noemsenswaardige problemen / schade: 0
– valpartijen: 1
– gewicht: 64 kg (- 15 kg !!)